Categorieën
Het Parool

Recital bij kaarslicht

Het leek gisteravond in de stampvolle Bachzaal alsof men een generale repetitie hield voor Kerstmis: zowel in de gangen als in de zaal zelf zorgden keurig opgestelde kaarsen voor de verlichting, aangezien de electrische stroom nog steeds weigerde zijn weg naar deze plaats te vinden. Storing in het lichtnet heet dat.

En terwijl wij in een vrijwel donkere ruimte zaten, speelde Sas Bunge voor de N.V. Jenny Modellen aan de sprookjesachtige (met kaarsen) verlichte vleugel een voortreffelijk samengesteld programma: Bach, Beethoven, Fauré vóór de pauze, er na Poulenc, Bunge en Ravel. Het was, zoals de pianist zelf zei, bijzonder moeilijk voor hem zich te concentreren bij dit onalledaagse licht en aan die omstandigheid moet men het dan ook toeschrijven, dat vooral in Bach en Beethoven nogal eens geheugenstoornissen optraden.

Maar met name in Fauré en Poulenc bleek mij, dat Bunge, sinds de laatste keer dat ik hem hoorde, enorm is vooruitgegaan. Technisch presteert hij ruimschoots voldoende en zijn aanslag is zeer gevoelig en genuanceerd. Aan muzikaliteit ontbreekt het hem ook niet. Dat zijn spel nochtans niet voortdurend boeide, heeft – lijkt mij – andere oorzaken: al die veelbelovende eigenschappen staan (nog?) niet in dienst van een reeds gerijpte persoonlijkheid, de durf om zich geheel zelf aan de muziek over te geven, ontbreekt. Als Bunge zich van zuiver technische problemen weet los te maken – en ik meen, dat dit slechts een kwestie van tijd is – dan kan men stellig veel goeds van hem verwachten.

LEX VAN DELDEN

Categorieën
Het Parool

De heer Speets, dirigent van Postharmonie, geridderd

(Van onze muziekredacteur)
In de pauze van het concert, dat de Amsterdamse Postharmonie gisteravond in de volle grote Concertgebouwzaal gaf, heeft burgemeester d’Ailly de heer D. Speets, dirigent van het orkest, de gouden medaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, uitgereikt. Hij deed dit in een bijzonder geestig speechje, waarin hij de verdiensten schetste van de nieuwe ridder, die onlangs 70 jaar werd, 25 jaar trompettist van het Concertgebouworkest en hoofdleraar aan het Conservatorium is geweest en bovendien al 30 jaren dirigent van de Postharmonie.

De volle zaal heeft de heer Speets met warme toejuichingen gehuldigd en toen trad ir. L. Neher, directeur-generaal van de P.T.T., naar voren om namens “de post” de dirigent geluk te wensen. Voordat het orkest het concert kon hervatten, moest zijn geridderde leider nog goedvinden, dat hem namens de Postharmonie een enorme krans om de schouders werd gehangen. In zijn dankwoord gaf de heer Speets te kennen, met hoeveel liefde hij de muziek steeds heeft beoefend.

Daarna ten slotte kon hij weer de dirigeerstok heffen om met bijna jeugdige frisheid de opgewekte ouverture “La Dame Blanche” van Boieldieu te laten horen: het werd een uitstekende prestatie van het meeslepend spelende orkest, dat zich ook in de rest van het programma van zijn beste zijde deed horen.

Categorieën
Het Parool

Prachtig pianospel van Themeli

Met een bijzonder smaakvol gekozen programma heeft de Griekse pianist Georges Themeli zich Zaterdagavond in de goed bezette Bachzaal aan Amsterdam voorgesteld: een overrompelende kennismaking. Want dit spel bleek van grootse allure, in alle opzichten.

Zijn techniek is virtuoos tot in de hoogste graad: in het moeilijkste passagespel komt geen misslag voor. En dit is des te verbazingwekkender, daar Themeli niet kan zien (hij is blind geboren). Zulk een fenomenale trefzekerheid bezitten slechts de allergrootsten. En welk een nuanceringsvermogen en gevoel voor klankverhoudingen! Van het allerzachtste pianissimo tot het geweldigste fortissimo blijft zijn aanslag duidelijk en gevoelig.

Drie sonates van Scarlatti, één van Mozart, twee stukken van Liszt (o.a. de razend moeilijke Funérailles) en na de pauze enkele Chopins (o.a. de Sonate opus 58), ziedaar het veeleisende programma, waarmee Themeli zeker niet alleen zijn technisch meesterschap bewees, maar bovendien (en dat is stellig belangrijker) blijk gaf een sterke kunstenaarspersoonlijkheid te bezitten, die op een enorme bezieling en concentratie steunt. En juist hierdoor boeide dit spel, zódanig, dat men herhaaldelijk op uitbundige wijze zijn instemming te kennen gaf. Na twee toegiften liet het publiek Themeli ten slotte – ongaarne weliswaar – gaan.

Een scherp contrast met dit van binnen uit doorstraalde spel vormde het optreden van de cellist Gaspar Cassadó, Zondagavond in de kleine Concertgebouwzaal. Hoe (schijnbaar) knap hij ook zijn prachtige instrument bespeelt, toch kon ik mij niet aan de indruk onttrekken, dat het vóór alles op uiterlijk effect gericht is en maar zelden werkelijk ontroerde. Zo althans was het in het deel, dat ik hoorde: Couperin, C. Ph. E. Bach en de Sonate van R. Strauss.

Bovendien liet zijn gemaniëreerde spel, ook zuiver technisch, gemengde indrukken achter, af en toe in het forte een meesterlijke, gloedvolle toonvorming, maar soms (vooral in zachte passages) een vrijwel dode, bloedeloze klank. En dan zie ik de vele banale glissandi en onzuiverheden nog over het hoofd. Gerard Hengeveld begeleidde uitmuntend.

LEX VAN DELDEN

Categorieën
Het Parool

Hoornist Residentie Orkest deed eindexamen piano!

Piet Schijf, al jarenlang eerste hoornist van het Residentie Orkest, heeft dezer dagen zijn eindexamen aan het Haagse Conservatorium gedaan: hoofdvak piano! Dit feit verdient bijzondere aandacht, want het is waarlijk onalledaags, dat een musicus, die reeds een zekere reputatie bezit wegens zijn spel op een bepaald instrument, zich nog eens aan de studie van een ander instrument gaat wijden. En dat bij de drukke concertpraktijk van deze tijd!

Maandag, 12 December kan het Haagse publiek op een einduitvoering van het Conservatorium, in het Gebouw van K. en W. Piet Schijf als solist horen in Beethoven’s Vijfde Pianoconcert, waarin hij zovele malen de hoornpartij speelde.

LEX VAN DELDEN

Categorieën
Het Parool

In Nederland geperste gramofoonplaten

Prachtige nieuwe opname van Beethoven’s “Negende”
Bijzondere uitvoeringen van Bach en Mozart

(Van onze muziekredacteur)
DE gramofoonplatenfabriek in Heemstede, die matrijzen van enkele bekende buitenlandse maatschappijen vermenigvuldigt en in ruime mate platen kan persen, werkt sinds enige tijd op volle kracht. De resultaten zijn voortreffelijk: alle platen van Columbia, Parlophone en Elite Special, die ik hoorde, zijn van de allerbeste kwaliteit en laten weinig te wensen over. Een aantal er van laat ik hier de revue passeren.

Een daad van bijzondere betekenis is, dat Columbia het aandurfde de Negende Symphonie (met slotkoor) van Beethoven op te nemen, zowel uit technisch, als uit commercieel oogpunt. Want een dergelijk moeilijk te realiseren werk van een zo unieke omvang (9 platen!) brengt men niet zo licht in de handel. Het is een in alle opzichten schitterende uitvoering geworden. In de eerste plaats is de vertolking door het Weens Philharmonisch Orkest, het koor van de Weense Muziekvrienden en het solistenkwartet Schwarzkopf, Höngen, Patzak, Hotter, onder directie van Herbert von Karajan vrijwel ideaal, en in de tweede plaats is de reproductie ronduit schitterend (LX 8612-8620, f 6.50 per plaat).

Van evenveel betekenis zijn de opnamen van Bach’s 2e, 3e en 4e Brandenburgs Concert, door Adolf Busch’ kamerorkest voorbeeldig gespeeld. De prachtige solisten zijn Marcel en Louis Moyse (fluit), Eskdale (trompet en wát voor een: een lichte Bach-trompet), Evelyn Rothwell (hobo) en Busch zelf (viool). Het tweede Brandenburgse Concert beslaat 2 platen (Columbia LX 439-440) het derde één (LX 443) en het vierde twee (LX 441-442). Ook hiervan is de prijs f 6.50 per plaat. Eén opmerking: jammer genoeg gebruikt Busch hier een piano in plaats van een clavecymbel, die mij stijlvoller lijkt.

Nóg een heel bijzondere Bach-opname leverde Elite Special op 4487 tot 4489, dus drie (kleine) platen (prijs per stuk f 3.50): het Trio en Canon uit het “Musikalische Opfer”, goed, maar niet geheel vlekkeloos gespeeld door A. Jaunet (fluit), Rudi Baumgartner (viool), K. Hemberger (gamba) en H. Andreae (cembalo). Een zeldzame reproductie, die Bachliefhebbers gaarne zullen willen bezitten!

De moed om bijzondere werken op de plaat vast te leggen, toonde ook Parlophone, die Mozart’s voor Michael Haydn gecomponeerde Duo in G voor viool en altviool (KV 423) volmaakt liet spelen door Szimon Goldberg en Frederick Riddle, en dit spel even prachtig reproduceerde (R 20576-77, f 6.50 per plaat). En dezelfde maatschappij zorgde voor een goede nieuwe opname van Mozart’s pianoconcert in Bes, KV 456, een voor de blinde pianiste Maria Theresia Paradies gecomponeerd, weinig gespeeld werk, dat hier bij Lili Kraus en het Londens Philharmonisch Orkest o.l.v. Walter Goehr in betrouwbare handen was (SW 8035 tot 38, f 6.50 per plaat). Op de achtste speelkant een zelden uitgevoerd Andante en Allegro van Mozart (KV 404), door Goldberg en Kraus voortreffelijk gespeeld.

De liefhebbers van het 2e pianoconcert van Rachmaninow kunnen hun hart ophalen aan de ideale uitvoering die Cyril Smith er van geeft, begeleid door de Philharmonie van Liverpool o.l.v. Sir Malcolm Sargent (Columbia, DX 1424 tot 28, f 5.10 per plaat). Het prachtige Weense Philh. Orkest onder Herbert von Karajan speelde al even vlekkeloos Mozart’s “Eine kleine Nachtmusik” (Col. LCX 134-135, f 6.50 per plaat).

Minder goed beviel mij het wat gladde, weinig expressieve spel van het Philadelphia Orkest o.l.v. Ormandy in Liszt’s “Les Préludes” (Col., LX 1052-1053, f 6.50 per plaat). En Parlophone’s nieuwe opname van Beethoven’s Kreutzer-Sonate, mooi gespeeld door Kraus-Goldberg, lijkt mij, wat technische realisatie betreft, niet volledig geslaagd (SW 8085-88, f 6.50 per plaat).

Aanbeveling verdienen nog: Beethoven’s Ouverture “Leonore 3” en Weber’s ouverture “Freischütz”, beide uitmuntend gespeeld door ‘t orkest van de Deense omroep o.l.v. Fritz Busch (resp. Elite TK 7060-61 en TK 7059, f 5.10 per plaat). Verder Grieg’s 1e Peer Gynt-Suite door het prachtige Londens Philh. Orkest onder Beecham (Col. LX 838-839, f 6.50 per plaat).

De pianist Cor de Groot speelde Liszt’s 8e Hongaarse Rhapsodie meesterlijk (Parl. E 11467) en zijn collega Eileen Joyce verzorgde Chopin’s Berceuse en Fantasie-Impromptu even goed (Parl. E 11432, f 6.50 per plaat). Nóg twee pianisten: Louis Kentner in twee virtuoze Liszt-bewerkingen van Paganini: La Campanella en La Chasse (Col. DX 1580, f 5.10) en Malkoezinski in enkele Chopins: twee Mazurka’s, de Polonaise in As, en een Wals en Nocturne (alle op Columbia resp. LX 1028, 982 en 974, f 6.50 per plaat).

Tot slot de lichte muze voor f 3.50 per plaat! Twee oude bekenden zongen voor Parlophone: de geestdriftige Joseph Schmidt in “Frag’ nicht” en “Ein Lied geht um die Welt” (DP 173) en Richard Tauber in “White Christmas” en “Where the blue begins” (RO 20534). Charles Trenet’s lichte, prettige zang nam Columbia op: o.a. “La Mer” (DC 414) en “Douce France” (DCF 14). De populaire Dinah Shore zingt enkele prettige songs, “Lavender Blue” en “Forever and ever” (Columbia DB 2529) en “Keep me sweet”(Col. DB 2571).

Categorieën
Het Parool

Residentie Orkest onder nieuwe leiding

Mr. E. Cornelis ontvouwt plannen
Van Otterloo: “Op elk concert een Nederlands werk”

(Van onze muziekredacteur)
In een bijzonder levendige bijeenkomst in Den Haag is gisteren de pasbenoemde directeur van het Residentie Orkest, mr. E. Cornelis aan de vertegenwoordigers van de Haagse pers voorgesteld.

“Ik ben Gallisch en Angelsaksisch georiënteerd”, verklaarde hij onomwonden, “dat heb ik natuurlijk aan mij vader (de dirigent Evert Cornelis) te danken. Een mijner plannen is te trachten wat meer aandacht te besteden aan de Amerikaanse hedendaagse muziek. Vooral in het Holland Festival kan dit, met het oog op de propaganda in de V.S., van groot belang zijn.”

“Nog dit seizoen zal het Residentie Orkest in Amsterdam optreden en wordt er contact opgenomen met de radio,” zo kondigde hij zijn eerste activiteit in zijn nieuwe functie aan.

Vóór de bijeenkomst had ik nog een gesprek met de dirigent Willem van Otterloo, die uitermate verheugd was nu te gaan samenwerken met mr. Cornelis. “Het was natuurlijk nodig naast de dirigent een Directeur te hebben en dat dit mr. Cornelis is geworden, is daarom zo gunstig, omdat hij al jarenlang een mijner goede vrienden is, zodat we weten, wat we aan elkaar hebben. En bovendien, omdat hij het bedrijf als geen ander kent. U moet niet vergeten, dat hij al van zijn twaalfde jaar elk programma met zijn vader besprak, in feite diens assistent was en zelfs wel eens tijdens een concert van het Utrechts Stedelijk Orkest de slagwerkpartij speelde”.

“En hoe denkt U over het orkest, dat U sinds September leidt?”

“In die korte tijd heb ik al wel kunnen zien dat het zeer veel mogelijkheden heeft, dat het van bijzonder goede wil is en vooral dat er een voortreffelijke, geestdriftige geest heerst. We repeteren hard en grondig. Zo heb ik voor de “Urfassung” van Bruckner’s Zevende symphonie 8 repetities genomen en voor Strauss’ “Ein Heldenleben” zelfs 15. Aan het eind van het seizoen komt een Beethoven-cyclus van 6 of 7 concerten en voor elk programma zijn 5 repetities uitgetrokken.”

“Ging U bij het samenstellen van het repertoire voor dit seizoen van een centrale gedachte uit?”

“Jazeker; de opzet is geweest op elk concert één Nederlands werk uit te voeren. Het worden in totaal 29 werken in 58 uitvoeringen. U ziet dus, dat er herhalingen zijn. En ook is een van de leidende gedachten geweest: zoveel mogelijk herhalingen te geven, zodat de composities niet alleen bij het orkest gaan “zitten”, maar ook bij het publiek vertrouwd worden”, aldus de heer Van Otterloo.

In al deze zaken vindt de dirigent de heer Cornelis achter zich. “Want”, zei mr. Cornelis mij, toen wij naar Amsterdam terug reisden, “het is een eerste taak het publiek bekend te maken met onze eigen, Nederlandse muziek. Na wat ik van het orkest heb gehoord, zeg ik volmondig: ik gelóóf in dit ensemble! Zo’n geestdrift treft men zelden aan; dat trof mij al dadelijk in de prettige wijze, waarop ik werd ontvangen”.

Categorieën
Het Parool

Coenraad V. Bos na 10 jaar weer in Nederland

Vermaard begeleider van zangers
Margaret Truman een van zijn leerlingen

(Van onze muziekredacteur)
Jongeren zullen zijn naam misschien niet kennen, maar een oudere generatie zal hem stellig niet vergeten zijn: Coenraad V. Bos, de van geboorte Nederlandse pianist, die zich een wereldnaam veroverde door zijn bijzondere begeleidingen van zangers en zangeressen. Dezer dagen is hij uit Amerika in ons land aangekomen, waar hij enkele recitals zal geven met de Amerikaanse bariton Mack Harrell. Toen ik hem gisteren sprak, gebeurde dat op Schiphol. Daar ontmoette hij zijn dochter, mevrouw Grünfeld, die ook geen onbekende is: vroeger gaf zij dansavonden (zij heette toen nog Ery Bos) en trad zij in Duitse films op. Zij was uit Londen komen vliegen om haar vader een bijzonder hartelijke omhelzing te doen ondergaan: bijzonder hartelijk, omdat Coenraad V. Bos gisteren 74 jaar is geworden.

Al tien jaar is de heer Bos niet meer in ons land geweest, waaraan hij zulke levendige herinneringen bewaart.

“Ik was op het Amsterdamse Conservatorium leerling van Julius Röntgen, die in die jaren (1892-’95) de grote zanger Messchaert begeleidde. Ik mocht toen de muziek omslaan en daarvan leerde ik veel; zóveel, dat ik later Messchaert ging begeleiden.

Nog meer herinneringen? Wel, hier hebt u mijn boek, dat juist (in Amerika) is verschenen: “The welltempered accompanist”. – Ik heb het vluchtig bekeken. Talloze kunstenaars komen er in voor, met wie de heer Bos optrad: Ludwig Wüllner, Julia Culp, de danseres Isadora Duncan, de cellisten David Popper en Casals, de violisten Joachim en De Sarasate. Men leest er in, dat hij bij de première van Brahms’ “Vier ernste Gesänge” (in 1896) de pianopartij speelde in aanwezigheid van de componist!

“Tegenwoordig ben ik de vaste begeleider van de Amerikaanse Helen Traubel, volgens mij de grootste zangeres van deze tijd. Zij is nog nooit in Europa geweest. Misschien komt zij met April. Dan geven we zeker ook in Holland een recital. Als zij mij vrije tijd geeft, treed ik met Mack Harrell op. Voortdurend ben ik óf op tournée óf geef ik colleges in lied-interpretatie.

Eén van mijn leerlingen is Margaret Truman, de dochter van de president der V.S. Zij neemt elke dag les, heeft een heel mooie stem en wordt een goede lyrische sopraan. Zij is nu op tournée door Amerika en maakt over een jaar of twee haar debuut in New York, dat ik zal begeleiden.

Vanavond kan men Mack Harrell en Coenraad V. Bos in Den Haag horen, 9 Dec. in Rotterdam , 12 Dec. in Arnhem en 13 Dec. in Amsterdam. Bovendien houdt de heer Bos 10 Dec. een causerie voor de VARA, 12 Dec. volgt een recital voor de AVRO en 29 Dec. zendt de radio opnamen uit van liederen, gezongen door Roos Boelsma, die hij dan begeleidt.

Categorieën
Het Parool

Legende van Martin Buber als declamatorium

(Van onze muziekredacteur)
Mevrouw R. Colaço Osorio-Swaab heeft onlangs een declamatorium gecomponeerd op een mystieke legende van Martin Buber: “De tocht door de hemelen”. Het werk, dat geschreven is voor spreekstem en piano, wordt eind December in het Paviljoen Vondelpark te Amsterdam ten doop gehouden door Herman Prinsen, met mr. Van Seters aan de vleugel. Bovendien gaat dan o.a. Boutens’ “Beatrijs” met de muziek van Alexander Voormolen.

Op 3 Januari 1950 wordt deze avond in de kleine Concertgebouwzaal herhaald.

Categorieën
Het Parool

Oscar van Hemel componeert een opera buffa

(Van onze muziekredacteur)
Oscar van Hemel, die Bergen op Zoom verlaat en in Hilversum gaat wonen, is bezig met het componeren van een opera buffa, die hij schrijft voor het zilveren jubileum van de K.R.O. Deze opera zal het volgend jaar met medewerking van leden en orkest van de Nederlandse Opera worden uitgevoerd. Daarna volgen opvoeringen in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam.

Categorieën
Het Parool

Toscanini weigert benoeming tot senator

(Van onze muziekredacteur)
Arturo Toscanini heeft, naar A.P. meldt, zijn benoeming tot senator voor het leven geweigerd. De Italiaanse dirigent voegde er aan toe, deze weigering, die indruist tegen zijn gevoelens, niet als “onvriendelijke daad” te willen beschouwen.