Categorieën
Het Parool

Recital bij kaarslicht

Het leek gisteravond in de stampvolle Bachzaal alsof men een generale repetitie hield voor Kerstmis: zowel in de gangen als in de zaal zelf zorgden keurig opgestelde kaarsen voor de verlichting, aangezien de electrische stroom nog steeds weigerde zijn weg naar deze plaats te vinden. Storing in het lichtnet heet dat.

En terwijl wij in een vrijwel donkere ruimte zaten, speelde Sas Bunge voor de N.V. Jenny Modellen aan de sprookjesachtige (met kaarsen) verlichte vleugel een voortreffelijk samengesteld programma: Bach, Beethoven, Fauré vóór de pauze, er na Poulenc, Bunge en Ravel. Het was, zoals de pianist zelf zei, bijzonder moeilijk voor hem zich te concentreren bij dit onalledaagse licht en aan die omstandigheid moet men het dan ook toeschrijven, dat vooral in Bach en Beethoven nogal eens geheugenstoornissen optraden.

Maar met name in Fauré en Poulenc bleek mij, dat Bunge, sinds de laatste keer dat ik hem hoorde, enorm is vooruitgegaan. Technisch presteert hij ruimschoots voldoende en zijn aanslag is zeer gevoelig en genuanceerd. Aan muzikaliteit ontbreekt het hem ook niet. Dat zijn spel nochtans niet voortdurend boeide, heeft – lijkt mij – andere oorzaken: al die veelbelovende eigenschappen staan (nog?) niet in dienst van een reeds gerijpte persoonlijkheid, de durf om zich geheel zelf aan de muziek over te geven, ontbreekt. Als Bunge zich van zuiver technische problemen weet los te maken – en ik meen, dat dit slechts een kwestie van tijd is – dan kan men stellig veel goeds van hem verwachten.

LEX VAN DELDEN