Categorieën
Het Parool

Coenraad V. Bos na 10 jaar weer in Nederland

Vermaard begeleider van zangers
Margaret Truman een van zijn leerlingen

(Van onze muziekredacteur)
Jongeren zullen zijn naam misschien niet kennen, maar een oudere generatie zal hem stellig niet vergeten zijn: Coenraad V. Bos, de van geboorte Nederlandse pianist, die zich een wereldnaam veroverde door zijn bijzondere begeleidingen van zangers en zangeressen. Dezer dagen is hij uit Amerika in ons land aangekomen, waar hij enkele recitals zal geven met de Amerikaanse bariton Mack Harrell. Toen ik hem gisteren sprak, gebeurde dat op Schiphol. Daar ontmoette hij zijn dochter, mevrouw Grünfeld, die ook geen onbekende is: vroeger gaf zij dansavonden (zij heette toen nog Ery Bos) en trad zij in Duitse films op. Zij was uit Londen komen vliegen om haar vader een bijzonder hartelijke omhelzing te doen ondergaan: bijzonder hartelijk, omdat Coenraad V. Bos gisteren 74 jaar is geworden.

Al tien jaar is de heer Bos niet meer in ons land geweest, waaraan hij zulke levendige herinneringen bewaart.

“Ik was op het Amsterdamse Conservatorium leerling van Julius Röntgen, die in die jaren (1892-’95) de grote zanger Messchaert begeleidde. Ik mocht toen de muziek omslaan en daarvan leerde ik veel; zóveel, dat ik later Messchaert ging begeleiden.

Nog meer herinneringen? Wel, hier hebt u mijn boek, dat juist (in Amerika) is verschenen: “The welltempered accompanist”. – Ik heb het vluchtig bekeken. Talloze kunstenaars komen er in voor, met wie de heer Bos optrad: Ludwig Wüllner, Julia Culp, de danseres Isadora Duncan, de cellisten David Popper en Casals, de violisten Joachim en De Sarasate. Men leest er in, dat hij bij de première van Brahms’ “Vier ernste Gesänge” (in 1896) de pianopartij speelde in aanwezigheid van de componist!

“Tegenwoordig ben ik de vaste begeleider van de Amerikaanse Helen Traubel, volgens mij de grootste zangeres van deze tijd. Zij is nog nooit in Europa geweest. Misschien komt zij met April. Dan geven we zeker ook in Holland een recital. Als zij mij vrije tijd geeft, treed ik met Mack Harrell op. Voortdurend ben ik óf op tournée óf geef ik colleges in lied-interpretatie.

Eén van mijn leerlingen is Margaret Truman, de dochter van de president der V.S. Zij neemt elke dag les, heeft een heel mooie stem en wordt een goede lyrische sopraan. Zij is nu op tournée door Amerika en maakt over een jaar of twee haar debuut in New York, dat ik zal begeleiden.

Vanavond kan men Mack Harrell en Coenraad V. Bos in Den Haag horen, 9 Dec. in Rotterdam , 12 Dec. in Arnhem en 13 Dec. in Amsterdam. Bovendien houdt de heer Bos 10 Dec. een causerie voor de VARA, 12 Dec. volgt een recital voor de AVRO en 29 Dec. zendt de radio opnamen uit van liederen, gezongen door Roos Boelsma, die hij dan begeleidt.

Categorieën
Het Parool

Harald Saeverud in Amsterdam

Componist van nieuwe muziek bij Ibsen’s “Peer Gynt”

(Van onze muziekredacteur)
Het gezicht, dat u hier ziet, is van Harald Saeverud; een nors gezicht, zult u misschien vinden, in ieder geval is het Noors, want de eigenaar er van is een Noor en bovendien de componist van de nieuwe muziek bij Ibsen’s “Peer Gynt”, die sinds vorig jaar in Noorwegen wordt gebruikt in plaats van die van Grieg. Het was al eerder in deze kolommen te lezen: op 21 en 22 Nov. komt het Norske Teatret onder regie van Hans Jacob Nilsen in Den Haag “Peer Gynt” spelen en 24 November is Amsterdam aan de beurt, 26 Rotterdam.

Saeverud is Woensdag reeds in Amsterdam aangekomen, waar ik vorig jaar met hem had kennis gemaakt: een man die weinig zegt, maar wát hij zegt, is meestal geestig en getuigt vaak van een merkwaardige opmerkingsgave. Zo was het eerste, dat hem Woensdag in mij trof, mijn strikje, zo’n geval, dat kenners van de herenmode een “butterfly” plegen te noemen. Dat strikje vond hij prachtig. En dat hij daarop lette, is begrijpelijk, als u weet, dat hij verzot is op strikjes; die draagt hij dan ook steevast.

“Toen Nilsen mij vroeg een nieuwe “Peer Gynt”-muziek te componeren, vond ik dit voorstel een misdaad,” zegt Saeverud, “ik zou er mijn nek op breken en ik wilde weigeren. Maar na één nacht slapen, was de helft als vanzelf ontstaan. Grieg’s muziek vind ik prachtig, maar zij past er niet bij en bewijst dat Grieg Ibsen’s stuk niet begrepen heeft.

Of mijn muziek moderner is? Natuurlijk wèl de middelen, maar de geest, het wezen er van is eerder ouder; zij is primitiever in de letterlijke betekenis van het woord. Het publiek in Nederland zal haar bij de a.s. voorstellingen op gramofoonplaten horen. Beter met een goede plaat, dan met een te weinig voorbereid orkest. Maandag a.s. dirigeer ik voor de radio (Hilversum II) mijn “Peer Gynt”-muziek, 8.05 tot 9.05 uur.”

Voor het 1e, 4e en 5e bedrijf zal Aline Markus een korte verklarende tekst uitspreken. Saeverud is thans bezig muziek te schrijven bij een ander stuk van Ibsen: “Caesar en Galilea”. De nieuwe “Peer Gynt”-muziek is behalve meer dan 100 keer in Noorwegen, ook in Zweden uitgevoerd. Begin 1950 zal Finland er kennis mee maken en daarna de Ver. Staten

Categorieën
Het Parool

Met André Kostelanetz langs de Amsterdamse grachten

(Van onze muziekredacteur)
“Zullen we een wandelingetje langs de grachten maken?” Dat werd ons door iemand gevraagd, Vrijdagavond om een uur of negen. Nu hebben wij nooit bezwaar tegen zo’n wandelingetje door Amsterdam, op een mooie avond. In dit geval was het zelfs bepaald erg prettig, want de man, die de vraag stelde, was niemand minder dan André Kostelanetz, de bekende Amerikaanse dirigent, die enige dagen in Amsterdam vertoefde. Incognito.

Als u deze regels leest, zit hij al weer in de trein naar Parijs. Daar dirigeert hij enige concerten en zijn vrouw, de zangeres Lily Pons, zal daarbij als soliste optreden.

“U moet mijn vrouw excuseren, zij is al naar bed gegaan,” zegt hij, “want het was een vermoeiende dag. Wij zijn juist terug van Soestdijk, waar wij ontvangen zijn door uw Koningin en Prins Bernhard. Dat bezoek heeft diepe indruk op ons gemaakt: het was alles zo hartelijk en democratisch. Een ware climax van ons verblijf in Holland.”

We lopen in de Vijzelstraat. “Ik wil graag een paar huizen aan de Herengracht zien,” zegt Kostelanetz, en het blijkt natuurlijk “de bocht” van de Herengracht te zijn. “Die zie ik liever des avonds, als het stil is op straat.” Met kennersblik monstert hij, bedachtzaam aan zijn pijp trekkend, de regelmatige architectuur van ons stadsschoon. “Wat een historie, wat een sfeer ademt dat alles,” is zijn commentaar. Hij geniet er kennelijk van.

Hij blijkt ook van onze schilderijen te houden, want in die enkele dagen dat hij hier was, heeft hij niet alleen het Rijks- en Stedelijk Museum van de hoofdstad bezichtigd, maar ook het Frans Hals Museum in Haarlem en het Mauritshuis in Den Haag. “Eindelijk heb ik dan al die prachtige Rembrandts, Frans Halsen en Jan Steens gezien, die ik alleen maar van reproducties kende. In drie dagen heb ik meer kunnen bewonderen dan in de hele rest van mijn leven,” zegt hij enthousiast.

Hij is voor het eerst in ons land, maar in 1945 heeft het weinig gescheeld of hij had in Maastricht gedirigeerd. “Dat zit zo,” verklaart hij. “Mijn vrouw en ik traden voor de Amerikaanse troepen op, overal aan de fronten. In Februari 1945 concerteerden we in Birma, op korte afstand van de Japanse legers. Op een goede dag werden wij per vliegtuig naar België gestuurd. Er werd een soldatenorkest gevormd en wij zouden naar Maastricht gaan. Op het laatste ogenblik werd het veranderd in Keulen, waar wij optraden terwijl de Duitsers drie mijl van ons verwijderd zaten te vuren. Heel gevaarlijk maar inspirerend.

Misschien dirigeer ik volgend jaar ‘t Concertgebouworkest, met mijn vrouw als soliste. Wij zijn het ten minste van plan,” verklapt hij. Hij spreekt met bewondering over het Amerikaanse concertleven, over de meer dan 130 orkesten die daar zijn, over de componisten, vooral over Copland en Creston, die werken aan hem hebben opgedragen. Over de enorme ontwikkeling die het culturele leven in de Verenigde Staten doormaakt. Over zijn vriend Pierre Monteux die hij helaas niet in zijn hotel in Amsterdam aantrof, omdat hij enige dagen in Parijs was.

Hij vertelt van een concert in Chicago. “Daar speelde ik voor 325.000 mensen, die via luidsprekers in de straten naar het concert luisterden. Ik dirigeer ook televisieconcerten; die zijn erg in de mode in Amerika.”

U kent Kostelanetz natuurlijk van de gramofoonplaten, die de radio regelmatig uitzendt. Maar wist u, dat hij in Sint Petersburg is geboren en 25 jaar geleden Amerikaan werd? Bijna had hij eens een Van Gogh gekocht – een valse of echte, dat laten wij in het midden -, maar toen hij in Honolulu moest optreden, en een kijkje in het museum ging nemen, hing het schilderij daar al. Net voor zijn neus verkocht. Pech of misschien juist niet, wie zal het zeggen…?