Categorieën
Het Parool

Orgel in Oude Kerk van Remonstrantse Gemeente onderging restauratie

(Van onze muziekredacteur)
Het orgel in de Oude Kerk van de Remonstrantse Gemeente, aan de Keizersgracht in Amsterdam, heeft een grondige restauratie ondergaan. De heer D. A. Flentrop uit Zaandam heeft vijf maanden gedokterd aan het instrument, dat van ±1720 moet dateren.

Twee orgels ziet men er eigenlijk aan: het hoofdwerk en het kleinere zg. rugpositief, dat sinds 1870 is uitgeschakeld, toen de Amsterdamse firma Flaes het verbouwde. Dat gebeurde volgens de toen heersende mode om de klank van de grote orkesten na te bootsen. Daarmee werd het hoofdwerk aanmerkelijk vergroot en die toestand was nu alleen met enorme kosten te veranderen. De heer Flentrop heeft zich dan ook bepaald tot verbetering van het hoofdwerk, dat in 1908 is verbouwd door de firma Adema, maar allerlei storingen begonnen zich daarna te openbaren, vooral ten gevolge van de toen aangebrachte pneumatiek. Die is er thans weer uit verdwenen en een mechanische apparatuur is er voor in de plaats gekomen. Daarmee is de toestand van 1870 ongeveer hersteld.

Enkele toonwerken zijn vernieuwd, de mixtuur is aanmerkelijk verbeterd. En het resultaat? Wel, de heer Klaas Bakker, die reeds van 1928 af organist in deze Oude Kerk is, heeft laten horen, dat het instrument zeer mooi van klank is, glanzend en helder. “De vroeger gebruikte, abnormaal hoge winddruk is nu verlaagd van ± 100 tot ± 70”, vertelt hij mij, “en daarmee is een oude, betere toestand teruggekeerd. Het geluid, hoewel wat zwakker, is er veel soepeler door geworden.

Behalve de heer Flentrop verdient ook de heer Schrötelkamp alle lof voor het prachtige intoneerwerk, dat hij heeft verricht: de intonatie is nu ijl en helder, minder geforceerd. Alles bijeen vind ik de restauratie bijzonder geslaagd,” aldus de heer Bakker.

Categorieën
Het Parool

Holland Festival

Ruim 100 uitvoeringen met 2000 kunstenaars

(Van onze muziekredacteur)
Het volledig programma van het Holland Festival is thans gereedgekomen; een folder geeft een duidelijk overzicht van de 108 manifestaties, die in Amsterdam, Den Haag, Scheveningen, Gouda, Delft, Naarden en Bloemendaal plaats vinden. Niet minder dan ongeveer 2000 uitvoerenden nemen er aan deel.

In de laatste maanden hebt u in deze kolommen het meeste van wat er geboden wordt, reeds kunnen lezen. Nieuw is dat Janine Charrat de choreografie verzorgt in Weber’s “Oberon”. Studenten van het Théâtre Antique van de Sorbonne komen Aeschylos’ tragedie “De Perzen” spelen.

Wat de tentoonstellingen betreft: het Amsterdamse Rijksmuseum exposeert van 17 Juni tot 17 September 120 schilderijen uit het Kaiser Friedrich Museum in Berlijn. In het Haagse Gemeentemuseum kan men van 20 Juni tot 23 Juli “Wereldschrijvers van Nabij” zien; manuscripten worden er tentoongesteld en sommige auteurs zullen zelf aanwezig zijn. Uit het buitenland zijn definitieve toezeggingen ontvangen van o.a. Graves, Huxley, Morgan, Priestley, Eluard, Maurois, Greene, Duhamel, Romains, Cocteau, Brod, Feuchtwanger en Wiechert. Van 30 Juni tot 3 September exposeert hetzelfde museum beeldhouwkunst van Rodin, Maillol en Despiau.

Over de ochtendrecitals in Amsterdam is nog te melden, dat Michael Redgrave (van de Old Vic) sprookjes van Andersen voordraagt en Luigi Dallapiccola een inleiding houdt op zijn “Zangen van de Gevangenschap”, die door het Ned. Kamerkoor worden uitgevoerd.

Verheugend is de grote belangstelling uit alle delen der aarde, ook van de zijde van de radio. Zowel de B.B.C. als de Canadese en Amerikaanse omroepen zenden een aanzienlijk deel van het Festival uit. Dat de Ned. Radio Unie dat ook doet spreekt vanzelf.

Er zijn regelingen getroffen voor het bestellen van plaatskaarten, hetgeen nu reeds kan gebeuren. Wie daarover alles wil weten, vrage de folder met de nodige gegevens aan bij het secretariaat van het Holland Festival, Emmaplein 5 in Amsterdam.

Categorieën
Het Parool

Congres over filmmuziek in Florence

Max Vredenburg demonstreert er Nederlandse films

(Van onze muziekredacteur)
Reeds zes jaar kent Florence in Mei een “muziekmaand”, en in dat kader wordt telkenjare een congres gehouden over een of ander muzikaal onderwerp. Dit jaar is de filmmuziek aan bod en dat is dan tevens de eerste keer, dat dit onderwerp “officieel” ter sprake komt. Onze landgenoot, de componist Max Vredenburg, is uitgenodigd een lezing te komen houden en zijn strijd voor het bestaansrecht van de goede Nederlandse filmmuziek kennende, verwachtte ik niet anders dan dat hij in Florence iets zou vertellen over onze componisten.

“Natuurlijk doe ik dat,” zegt hij. “Ik zal spreken over het onderwerp: “Filmmuziek, Assepoes of Fee?” En die lezing licht ik toe met enkele Nederlandse films met muziek. Koos van de Griend is vertegenwoordigd met “Partisanenlied” en “Klompendans”, Rudolf Karsemeyer met “Walcheren”. Van Bertus van Lier vertoon ik “Rembrandt in de schuilkelder”, van Jan Mul “Schapen” en “Boerenleenbank”. Dan laat ik “A sun is born” horen (én zien natuurlijk) van Hugo de Groot, en “Bonaire”, “Oerwoud” en “Boven de Kerselaer” met muziek van mijzelf.

Van enkele van die films heb ik een Franse of Engelse tekst en soms zelfs een Franse versie. De Regerings Voorlichtings Dienst, die zelf twee films afstond, zorgt voor de verzending en gaf daarmee te kennen een Nederlandse vertegenwoordiging in Florence van belang te vinden.

Wie er aanwezig zullen zijn? Niet alleen componisten als Hopkins, Maurice Thiriet, Henri Sauguet, Dallapiccola en Petrassi, maar ook dirigenten (o.a. Muir Mathieson) en regisseurs, zoals René Clair en Grémillon.

Voorzitter van het congres is de componist Pizzetti, organisator de musicoloog prof. Guido Gatti. “Ik denk,” zegt Vredenburg, “dat er belangwekkende lezingen worden gehouden. Eén er van is stellig die over de “Noodzaak van critieken, gewijd aan filmmuziek” door Hans Keller uit Engeland. Op 6 Juni zal ik in Kriterion te Amsterdam over mijn ervaringen in Florence spreken”.

Categorieën
Het Parool

Binnenkort beslissing over Amerikaanse tournée van het Concertgebouworkest

(Van onze muziekredacteur)
Het bestuur van de N.V. Het Concertgebouw heeft vanmorgen een telegram ontvangen van de National Concerts and Artists Organization, het concertbureau, dat de Amerikaanse tournée van het Concertgebouw zou organiseren. De inhoud van het telegram is van zodanig belang, dat het betuur er zich eerst over wil beraden alvorens een standpunt in te nemen. Die vergadering vindt Vrijdag a.s. plaats.

Categorieën
Het Parool

Meesterlijk pianospel door Andor Foldes

Er zal waarschijnlijk geen tweede pianist bestaan, die zo elk geheim van zijn instrument kent als de Amerikaan Andor Foldes, die gisteravond in de kleine Concertgebouwzaal een vijftigtal Amsterdammers tot ovaties bracht. Met een verbluffend gemak zit hij te spelen, als gold het een musiceren louter uit plezier. En men merkt pas in de tweede plaats welk een fabelachtige techniek deze Foldes bezit, een techniek, waarin iedere vinger tot in de uiterste perfectie is getraind en in staat is elke nuancering aan te brengen.

Maar achter en door dit formidabele spel hoort men meer: want heel deze techniek staat in dienst van een mannelijke, hartstochtelijke, door haar directheid meeslepende muziek. En bovendien overtuigt Foldes zijn publiek door de logische wijze van opbouwen, door een volstrekt zuiver inzicht in het wezen en de vorm van een compositie. De gespierde, door en door gezonde vertolking van Bach’s Chromatische Fantasie en Fuga, waarmede het recital begon, was al direct een meesterlijke prestatie.

Nóg verrassender, nieuw en toch klinkend alsof dit de enige juiste interpretatie was, werd Beethoven’s Sonate opus 79 uitgevoerd; en zo was het ook met Beethoven’s nauwelijks te realiseren Sonate opus 109. Ik kan mij niet herinneren deze werken ooit zo indrukwekkend en fascinerend te hebben gehoord.

Na de pauze alweer een hoogtepunt van ongehoord niveau: Bartók’s overrompelende, enorme eisen stellende Sonate, die – als ik het wel heb – niemand op het ogenblik zo grandioos kan vertolken. Enkele Chopins vielen daarna wat tegen, hetgeen stellig is toe te schrijven aan hun plaats in het programma; na het oergeweld van deze Bartók houdt geen enkele muziek stand.

Het onstuimig enthousiaste publiek wilde pas gaan na drie toegiften, waarvan vooral de magistrale bewerking door Foldes van Kodály’s “Weens Klokkenspel” (uit de Háry Jánossuite) een enorme indruk maakte. Foldes’ persoonlijkheid zal zich zonder twijfel nog imposanter manifesteren in een concert met orkest. Die kans dient het Concertgebouw hem spoedig te geven. Ben ik wel ingelicht, dan heeft Malipiero een nieuw concert voor Foldes geschreven; het zou interessant zijn er eens kennis mee te maken.

LEX VAN DELDEN

Categorieën
Het Parool

De draaiende schijf: Metropole-Orkest

LAAT niemand beweren, dat Nederland niet zijn eigen gramofoonplaten kan maken. Mocht er iemand zijn, die toch alles uit het buitenland wil betrekken wijl het beter zou zijn, dan draaie men hem onverwijld Decca’s opname voor, die onder nummer XP 6125 en voor de prijs van f 5.10 in de handel is.

Hij zal dan een Nederlands ensemble horen: het Metropole-Orkest o.l.v. Dolf van der Linden, die twee eigen bewerkingen dirigeert. Ten eerste: “Guaracha” van Morton Gould, de Amerikaanse “uitvinder” van nieuwe vormen als concertette en symphonette; een fris, levendig stuk muziek in een geraffineerd arrangement, vol van verrassende rhythmische en harmonische vondsten.

En aan de keerzijde: een even geslaagde bewerking (met aardige middenstemmen van het koper) van Gade’s tango “Jalousie”. Beide werkjes zijn door Dolf van der Linden bewerkt op een wijze die bewijst, dat hij de bijzondere effecten van de microfoon volledig kent en vooral door deze omstandigheid “klinkt” deze uitstekende amusementsmuziek van begin tot eind. Nederland bezit in dit ensemble stellig één van de beste ter wereld.

De opname, die in de AVRO-studio plaats vond, toont aan, dat ook de geluidstechniek in ons land niet hoeft onder te doen voor die in het buitenland. Acoustisch is het geheel subliem.

L. V. D.

Categorieën
Het Parool

Pears en Britten oogstten uitbundig succes

De zesde, tevens laatste liederenavond in de serie Concertgebouw-Kamermuziek is een uitbundig succes geworden voor het duo Pears-Britten. Ook nu weer raakte het Amsterdamse publiek onder de indruk van deze volmaakt klinkende tenor en dit even volmaakte pianospel. En reeds het vijfde lied moest worden herhaald. Begrijpelijk, want Britten’s bewerking van dit lied van Purcell was – ofschoon op artistieke gronden verwerpelijk – uitermate effectvol.

Het bijzondere van dit duo is niet in de eerste plaats gelegen in de perfectie van zijn vertolkingen; veeleer wordt men verrast door het feit, dat hier twee uitvoerenden onbekommerd, maar met een volledig begrip voor elkaars bedoelingen, als één instrument weten te musiceren. Het is een pure, muzikanteske en overrompelende manier, waarmee zij iedere componist benaderen.

Bijna altijd treft deze voortdurend natuurlijke onopgesmuktheid doel: zo was dat in Britten’s wat Puccini-achtige Sonnetten op teksten van Michelangelo. En ook de Vijf Chinese Liederen van de 24-jarige Arthur Oldham werden onverbeterlijk vertolkt: stellig talentvolle muziek, maar nog weinig persoonlijk en sterk beïnvloed door Britten, waarschijnlijk Oldham’s leermeester.

Met alle respect voor de technische prestatie in enkele liederen van Schumann, leek mij toch, dat Pears hier in expressie tekort schoot: zijn wezen verschilt te zeer van deze Duitse romantische geest. De volksliederen, waarmee de avond werd besloten, vroegen om meer; en pas na enkele verrukkelijke toegiften liet men Pears en Britten gaan.

LEX VAN DELDEN

Categorieën
Het Parool

Schumann’s “Dichterliebe” op de gramofoonplaat

(met Felix de Nobel, piano)

(Van onze muziekredacteur)
De pianist Felix de Nobel vertrekt Maandag a.s. naar Parijs, waar hij samen met de Zwitserse zanger Max Meili Schumann’s cyclus “Dichterliebe” in zijn geheel zal spelen voor de gramofoon. Dat gebeurt voor “Discophiles Français”, die het werk op langspelende platen opneemt.

Categorieën
Het Parool

Dirigent Julius Susan verlaat Hoofdstad Operette

(Van onze muziekredacteur)
Julius Susan, die enkele jaren de Hoofdstad Operette heeft gedirigeerd, is van 1 Mei af niet meer aan dat gezelschap verbonden. Hij is thans in onderhandeling met Zwitserland en België. Bovendien gaat hij voor Radio Luxemburg enkele concerten dirigeren.

Categorieën
Het Parool

De draaiende schijf: Mozart’s Adagio en Fuga

WIE Mozart’s Adagio en Fuga (K.V. 456) voor strijkorkest hoort, beseft, dat de componist een meer dan gewone bewondering voor Bach en diens werken moet hebben gehad. Nog duidelijker wordt dit als men weet, dat Mozart het eerste de fuga schreef, een vorm, waarvan alleen de naam al onmiddellijk aan de figuur van Bach doet denken. Die fuga ontstond in 1783, oorspronkelijk voor twee piano’s (K.V. 426): een treffend bewijs voor Mozart’s beheersing der contrapuntiek.

Hij is nog aan een praeludium er bij begonnen, maar dat is nooit voltooid. Wel arrangeerde hij de Fuga in 1788 voor strijkkwartet of -orkest en hij componeerde een “kort Adagio voor de Fuga, die ik reeds lang geleden voor twee piano’s schreef”, zoals hij het zelf uitdrukt. Een aangrijpend werk, dat Mozart op zijn hoogtepunt toont, in de tijd van zijn drie grote symphonieën.

Men hoort het maar zelden en des te meer verheugt het, dat Columbia er een prachtige opname van maakte. De onvergelijkelijke strijkers van het Weens Philharmonisch Orkest o.l.v. Herbert von Karajan kent men; over hun spel hoeft men niets meer te zeggen dan: ideaal. Slechts dit: ik had gaarne een kleiner ensemble gehoord, minder strijkers dus. Het resultaat zou aan helderheid stellig gewonnen hebben. (Col. L X 1076, f 6.50).

L. V. D.