Categorieën
Het Parool

IRO organiseert een concert-tournée

(Van onze muziekredacteur)
“De Internationale Vluchtelingen Organisatie van de Verenigde Naties (de IRO) heeft in de kampen van DP’s in Duitsland, Oostenrijk en Italië vele kunstenaars en intellectuelen. Hun talenten mogen niet verloren gaan en daarom is voor alles nodig de aandacht op hen te vestigen. Vijf musici zullen hen vertegenwoordigen en een concert-tournée door Europa maken.” Dat vertelt mij de heer Sidney Shore van de IRO te Genève, die dezer dagen in Amsterdam was om het concert in de hoofdstad voor te bereiden.

“Welke musici dat zijn? Elise Cserfalvi (viool), Arpad Gérecz (viool), Charles Reiner (piano), Boris Maximowicz (piano) en Ladislas Pudis (zang). De eerste drie vluchtten uit Hongarije voor het communistische regime. Maximowicz komt uit de Oekraïne en werd in 1943 door de nazi’s gedeporteerd naar Oostenrijk, waar hij dwangarbeid moest verrichten. Pudis ontsnapte uit Joegoslavië toen de communisten daar aan de macht kwamen. De tournée begint 13 Juni in Genève. Op 19 Juni komt Amsterdam aan de beurt,” aldus de heer Shore.

Met nadruk vestigen wij de aandacht op dit concert van 19 Juni in Amsterdam. Ook al valt het in het Holland Festival, toch vertrouwen wij dat het menslievende en helaas zo broodnodige werk van de IRO zoveel belangstelling heeft, dat men voor een volle zaal zal zorgen.

Categorieën
Het Parool

Franse dirigent weer in ons land

De drie Monteux op Schiphol met omhelzingen begroet
Fifi, de zwarte poedel, ging voorop….

(Van onze muziekredacteur)
– Waarom al die drukte, en wie is die kleine gezette man daar? – Nou, weet je dat dan niet, dat is Pierre Monteux, die beroemde dirigent. – O, natuurlijk, nou weet ik het weer. – Dit gesprek ving ik gisteravond op bij de uitgang van Schiphol. Twee leden van het grondpersoneel voerden het en de klok wees kwart voor acht. Ruim een halfuur er vóór was het vliegtuig uit Parijs neergestreken: de Meindert Hobbema, en er uit stapten eerst… mejuffrouw Fifi, de zwarte poedel (weet u nog wel?), daarna mevrouw Monteux en achteraan de Franse dirigent, zonder jas en zonder hoed op de nog steeds zwarte haardos (die ongeverfd is, fluistert hij mij toe).

Het begroetingsceremonieel is even Frans als uitgebreid: minutenlang duren de hartelijke omhelzingen. Er zijn ettelijke deelnemers aan deze opgewekte, wat uitgelaten ontvangst: mr. P. Mijksenaar namens B. en W. van Amsterdam, dr. Paul Cronheim en Paul Pella, directeur en dirigent van de Ned. Opera, dr. R. Mengelberg van het Concertgebouw, de heer Peter Diamand, secretaris van het Holland Festival en natuurlijk ook de dames. Fotograven hebben volop werk en het dient gezegd dat vooral Fifi voorbeeldig poseert. Hetgeen te verwachten was, want Fifi is immers de beroemdste hond van Amerika, volgens mevrouw Monteux…

De KLM heeft voor een wat officiëler ontvangst gezorgd, in een met feestelijke bloemen versierde kamer krijgen de drie gasten gelegenheid van de reis te bekomen en mevrouw Monteux de kans levendige gesprekken te voeren met wie maar luisteren willen.

De aangedragen glazen champagne zijn voor haar aanleiding een toast uit te brengen op koningin Juliana, “die – aldus Monteux – pas óns land heeft bezocht”. En uit dit “óns land” klinkt wel heel duidelijk hoezeer hij zich Fransman is blijven voelen, ondanks al die jaren dat hij in San Francisco woont en het orkest aldaar leidt.

Happy Birthday

Monteux vertelt nog hoe 9000 mensen hem op zijn 75ste verjaardag – op 4 April jl. – tijdens een tuinfeest toezongen: “Happy birthday, dear Pierre”. En evenals vorig jaar komt zijn werk in Amerika even ter sprake: ongeveer 90 concerten heeft hij achter de rug. Vrijdag kwam hij met de Nieuw Amsterdam in Le Hâvre aan, en nu is hij dan in Nederland, waar hij tijdens het Holland Festival de Ned. Opera zal leiden in “Oberon” en “L’heure Espagnole” en natuurlijk weer voor zijn vertrouwde Concertgebouworkest zal staan. Op 16 Juni, bij de première van “Oberon” gaat men hem huldigen. Het zal tevens de laatste maal zijn dat dit mogelijk is, want zijn verblijf hier betekent zijn laatste bezoek aan Europa.

Dan verheft mevrouw Monteux zich: zij dankt de KLM in welgekozen woorden voor de uitstekende verzorging van Fifi tijdens de reis en voor de ontvangst in Nederland, “wèrkelijk ons tweede vaderland”. En om te bewijzen hoe vitaal en vol energie Monteux nog steeds is: 14 Juli dirigeert hij in Amsterdam zijn laatste voorstelling en 16 Juli staat hij alweer voor het orkest van New York. We zullen hem missen….

Zijn enige wens op dit ogenblik is zijn leerling Charles Bruck, – “mon Carol”, zoals hij zegt – te zien. Als wij in de auto stappen, zwaait die echter in de Stadsschouwburg de dirigeerstaf bij “Carmen”.

Categorieën
Het Parool

Op de goede weg

Het Holland Festival

(Van onze muziekredacteur)
HET is de gewoonte geworden een culturele manifestatie als het Holland Festival achteraf met strenge critiek te bejegenen. Vorige jaren is dat in deze kolommen onomwonden gebeurd en ook dit jaar zal een critische nabeschouwing ongetwijfeld op haar plaats zijn. Maar in één opzicht willen wij thans afwijken van de gebruikelijke gedragslijn: reeds nu kan men uit het bekendgemaakte programma enige opmerkelijke conclusies trekken, conclusies van een allerplezierigste aard. En waarom zou men het Holland Festival niet ook eens lof toezwaaien, als het die verdient?

Niemand zal ontkennen dat het vestigen van een traditie een groeiproces vereist. Zo is het ook met het Holland Festival, dat bij het organiseren van zijn zo omvangrijke reeks manifestaties op velerlei, vaak onoplosbaar schijnende moeilijkheden stuit. Dat er niettemin in deze maand van artistieke evenementen langzamerhand toch iets te onderscheiden valt dat op een welbewust gekozen standpunt wijst, stemt tot voldoening en wettigt het vertrouwen dat men op de goede weg is. Er begint lijn te komen in de programmakeuze, het Holland Festival begint een eigen gezicht te krijgen. En juist de afwezigheid daarvan lokte vorig jaar critiek uit.

Wij wezen er toen op, dat weliswaar het raam van het Festival internationaal diende te zijn, maar dat daarbij gebruik zou moeten worden gemaakt van specifiek Nederlandse elementen. En inderdaad is dat dit jaar het geval. De mannenkoorzang, het gebied waarop ons land zich in bijzondere mate van het buitenland onderscheidt, is ingeschakeld: nog wel niet grootscheeps, maar een begin is er. Nòg belangrijker is het feit, dat men een centrale gedachte voor het Festival heeft gevonden, een uitgangspunt, dat telkenjare het uiterlijk van het feest zal moeten onderscheiden van dat in andere landen. Dit jaar heeft men als geraamte gekozen de kunst van Bach, iets wat voor de hand lag nu men overal diens 200-ste sterfdag herdenkt.

Ook hiermee deed men een goede greep, want het is juist Nederland met zijn Bachvereniging, met zijn Kamerkoor van De Nobel, met zijn instrumentale ensembles en solisten, dat van Bach’s kunst de oprechtst en levendst mogelijke traditie heeft gemaakt. En het is dan ook alleszins toe te juichen, dat niet minder dan 18 concerten aan de muziek van Bach zijn gewijd.

De programma’s van de orkestconcerten, die bijna alle een modern werk vermelden, zijn met meer zorg dan vroeger samengesteld en veertien Nederlandse componisten zijn in het Festival vertegenwoordigd, één (Hendrik Andriessen) zelfs met een opera. Nederlandse koren, Nederlandse orkesten en ensembles treden op en de kamermuziek kan een belangrijke rol gaan spelen. Na 15 Juli zal men pas weten wat er nog te wensen overbleef; maar reeds nu mag worden opgemerkt, dat de initiatiefnemers in beginsel op de goede weg zijn.

Categorieën
Het Parool

Kamermuziek in Holland Festival verdient belangstelling

Belangrijk initiatief: ochtendconcerten

(Van onze muziekredacteur)
DAAR het Holland Festival vóór alles een feest van muziek (en ballet) is, ligt het voor de hand voornamelijk hieraan vooraf enige bespiegelende woorden te wijden. Men heeft de laatste maanden in deze kolommen kennis kunnen nemen van hetgeen er op velerlei gebied wordt geboden. Het is dan ook niet mijn bedoeling dit alles te herhalen, maar veeleer op enkele manifestaties afzonderlijk de aandacht te vestigen, wijl die om de een of andere reden meer dan gewone belangstelling verdienen.

De orkestconcerten kunnen het gevoeglijk zonder speciale vermelding stellen: het bezoek bewijst die ongetwijfeld. Maar bijzonder gaarne zou ik de kamermuziek in het zonnetje willen zetten; in de eerste plaats omdat dit vorige jaren ten onrechte door een deel van het publiek werd verwaarloosd en vervolgens om de eenvoudige reden dat juist op dit gebied zoveel onalledaags en belangrijks te genieten valt.

Een uitermate aantrekkelijk en alleszins prijzenswaardig initiatief vormen de negen ochtendrecitals in de kleine Concertgebouwzaal van Amsterdam. Een experiment, dat stellig de aandacht verdient en dat, gezien de ensembles en solisten die er optreden, de hoogste verwachtingen wekt. Het Nederlands Kamerkoor o.l.v. Felix de Nobel zingt drie ochtenden telkens motetten van Bach en werken van Sweelinck, Szymon Goldberg verzorgt met Nederlandse instrumentalisten een Bach-concert, Pears en Britten laten o.a. Amerikaanse volksliederen voor het eerst horen, Noémie Perugia en Henriëtte Bosmans brengen Franse liedkunst en composities van de pianiste, en Jan Odé speelt Escher’s suite “Arcana Musae Dona”.

Veel mag men verwachten van Michael Redgrave, die sprookjes van Andersen komt vertellen, ook op een ochtend, en verheugend is dat op een andere morgen de Italiaanse componist Dallapiccola de gelegenheid krijgt een inleiding te houden op zijn zeer belangrijke werk “Zangen van de Gevangenschap”, dat De Nobel’s koor zal uitvoeren op een avondconcert in de Bachzaal. Dit concert verdient niet alleen om Dallapiccola’s werk de aandacht, maar bovendien om een mis van Des Prés en een nieuw werk van de in Amsterdam levende Zwitser Frank Martin.

Ook de andere kamermuziekconcerten, die ‘s avonds plaats vinden, waarborgen een peil dat niet minder aandacht verdient dan de meer spectaculaire orkestconcerten: Alma Musica brengt Bach’s “Musikalisches Opfer” ten gehore, Janny van Wering de “Goldberg-variaties” en het Amsterdams Kamermuziek Gezelschap heeft o.a. Schönberg’s “Verklärte Nacht” op zijn programma staan.

Dit alles heeft stellig het recht op niet minder belangstelling dan orkestconcerten, ballet en opera. Wat geenszins wil zeggen, dat op die gebieden niet ook veel aanlokkelijks te horen en te zien zal zijn. Wij wijzen slechts op Strawinski’s “Petroesjka”, dat het Ballet de Monte Carlo komt opvoeren, op de Nederlandse Opera, die met Andriessen’s “Philomela” en Weber’s “Oberon” twee nieuwe werken aan haar repertoire toevoegt, op Berlioz’ volledige “Romeo en Julia”, dat Pierre Monteux in het Concertgebouw dirigeert.

Deze woorden willen slechts het publiek dat van nature en vaak door onwetendheid geneigd is orkestconcerten en andere grootscheepse manifestaties te verkiezen boven de intiemere en daardoor minder “opvallende” Kleine Zaalconcerten, wijzen op de schoonheid en het belangwekkende dat de kamermuziek in het Holland Festival zal bieden. Moge het metterdaad tonen voldoende goede smaak en kunstzin te bezitten, moge het de kamermuziek met evenveel enthousiasme bejegenen als de andere uitvoeringen. Wanneer dat het geval zal zijn, dan kan het Holland Festival-comité zich gelukkig prijzen een fris en goedbedoeld initiatief met succes bekroond te zien.

Categorieën
Het Parool

Holland Festival

Ruim 100 uitvoeringen met 2000 kunstenaars

(Van onze muziekredacteur)
Het volledig programma van het Holland Festival is thans gereedgekomen; een folder geeft een duidelijk overzicht van de 108 manifestaties, die in Amsterdam, Den Haag, Scheveningen, Gouda, Delft, Naarden en Bloemendaal plaats vinden. Niet minder dan ongeveer 2000 uitvoerenden nemen er aan deel.

In de laatste maanden hebt u in deze kolommen het meeste van wat er geboden wordt, reeds kunnen lezen. Nieuw is dat Janine Charrat de choreografie verzorgt in Weber’s “Oberon”. Studenten van het Théâtre Antique van de Sorbonne komen Aeschylos’ tragedie “De Perzen” spelen.

Wat de tentoonstellingen betreft: het Amsterdamse Rijksmuseum exposeert van 17 Juni tot 17 September 120 schilderijen uit het Kaiser Friedrich Museum in Berlijn. In het Haagse Gemeentemuseum kan men van 20 Juni tot 23 Juli “Wereldschrijvers van Nabij” zien; manuscripten worden er tentoongesteld en sommige auteurs zullen zelf aanwezig zijn. Uit het buitenland zijn definitieve toezeggingen ontvangen van o.a. Graves, Huxley, Morgan, Priestley, Eluard, Maurois, Greene, Duhamel, Romains, Cocteau, Brod, Feuchtwanger en Wiechert. Van 30 Juni tot 3 September exposeert hetzelfde museum beeldhouwkunst van Rodin, Maillol en Despiau.

Over de ochtendrecitals in Amsterdam is nog te melden, dat Michael Redgrave (van de Old Vic) sprookjes van Andersen voordraagt en Luigi Dallapiccola een inleiding houdt op zijn “Zangen van de Gevangenschap”, die door het Ned. Kamerkoor worden uitgevoerd.

Verheugend is de grote belangstelling uit alle delen der aarde, ook van de zijde van de radio. Zowel de B.B.C. als de Canadese en Amerikaanse omroepen zenden een aanzienlijk deel van het Festival uit. Dat de Ned. Radio Unie dat ook doet spreekt vanzelf.

Er zijn regelingen getroffen voor het bestellen van plaatskaarten, hetgeen nu reeds kan gebeuren. Wie daarover alles wil weten, vrage de folder met de nodige gegevens aan bij het secretariaat van het Holland Festival, Emmaplein 5 in Amsterdam.

Categorieën
Het Parool

Holland Festival

Londen krijgt voorproefje van Weber’s “Oberon”

(Van onze muziekredacteur)
Om het Engelse bezoek aan het Holland Festival te stimuleren, treden vanavond in Londen de drie solisten op, die in het a.s. Festival de hoofdrollen zullen vertolken in Weber’s opera “Oberon”. Het zijn Anna Pollak, Gré Brouwenstijn en Frans Vroons.

Ze laten voor de Holland Festival Club fragmenten uit “Oberon” horen. Dr. Paul Cronheim, directeur van de Ned. Opera en de heer P. Diamand, secretaris van het Festival, zijn bij dit concert aanwezig.

Categorieën
Het Parool

Koorzang op Holland Festival

Twee concerten met Nederlands werk

(Van onze muziekredacteur)
Dat ook de dilettanten-koorzang in het Holland Festival aan bod komt, meldden we reeds. Thans staat vast, dat op 24 Juni in het Kurhaus van Scheveningen twee concerten plaats vinden t.g.v. het 120-jarig bestaan van het mannenkoor Caecilia.

In het middagconcert treden behalve het jubilerende koor de Haghe Sanghers en Breda’s Mannenkoor op. Des avonds hoort men Caecilia, Nijmeegs Mannenkoor en waarschijnlijk de Maastreechter Staar.

Een indrukwekkende hoeveelheid werken wordt uitgevoerd; we noemen Bruckner, Palestrina, Villa Lobos, Honegger, Hindemith, Janácek, Kodály en vele Nederlanders, o.a. Dresden, Van Hemel, Röntgen, Badings, Voormolen en Bordewijk-Roepman.

Categorieën
Het Parool

Ned. Kamerkoor zingt alle motetten van Bach

Nieuws over Holland Festival

(Van onze muziekredacteur)
Zoals we reeds meldden ruimt het Holland Festival dit jaar meer plaats voor kamermuziek-concerten in dan voorheen, met name gebeurt dat in de vorm van ochtendconcerten. Over dit toe te juichen initiatief kunnen we thans nog meedelen, dat die uitvoeringen in de Kleine Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw op de Dinsdag- en Vrijdagochtenden zullen plaats vinden. Tot de optredenden behoren het Nederlands Kamerkoor onder leiding van Felix de Nobel, dat o.a. alle motetten van Bach ten gehore brengt, het duo Noémi Perugia-Henriëtte Bosmans, Peter Pears en Szymon Goldberg. Met twee Nederlandse solisten wordt nog onderhandeld.

Het programma, dat De Nobel’s Kamerkoor in zijn avondconcert in de Bachzaal uitvoert, vermeldt de “Zangen van de Gevangenschap” van Dallapiccola voor gemengd koor, twee harpen, twee piano’s en slagwerk; voorts een mis van Jannequin, nieuwe werken van Frank Martin, Lex van Delden en composities van Sem Dresden en Alex Voormolen.

Categorieën
Het Parool

Van Beinum leidt in Salzburg de dirigentencursus

(Van onze muziekredacteur)
Op uitnodiging van het Mozarteum zal Eduard van Beinum de leiding op zich nemen van de internationale dirigentencursus tijdens de Festspiele te Salzburg, die van 27 Juli tot 31 Augustus plaats vinden. Hij krijgt daar de supervisie over deze cursus, waarbij hem drie andere dirigenten als “leraren” worden toegewezen.

Direct na het Holland Festival vertrekt Van Beinum naar Salzburg.

Categorieën
Het Parool

Van Beinum terug in Amsterdam

Van de boot regelrecht naar koorrepetitie met stofwolken

(Van onze muziekredacteur)
OM zeven uur aankomst uit Londen in Hoek van Holland, oponthoud bij de douane, in de record-tijd van één uur en vijf minuten per auto naar Amsterdam, naar het Concertgebouw, en precies om tien minuten over half negen staat Eduard van Beinum in de Kleine Zaal voor het Toonkunstkoor, dat hem met applaus verwelkomt. Zo ging dat gisteravond. Donderdagavond dirigeerde hij nog het Londens Philharmonisch Orkest in de Albert Hall: Beethoven’s Ouverture Leonore III en Vijfde Symphonie, Bartók’s Orkestconcert. En een avond later leidt hij de koorrepetitie van Bach’s Matthäus Passion in Amsterdam. Ook het leven van een dirigent is gekenmerkt door het moderne tempo…..

Van Beinum is kennelijk tevreden over de wijze, waarop de heer Cleuver, repetitor van het koor, het werk heeft voorbereid. Hij repeteert snel, geeft korte, duidelijke aanwijzingen, onderstreept die met veelzeggende gebaren.

Tweede deel van Matthäus Passion: “Was gehet uns das an?” zingt het koor. “Rhythmisch sterker, preciezer”, zegt Van Beinum en hij slaat met zijn hand het rhythme op de leuning van het dirigeergestoelte. Een luid gelach van de bijna 300 zangers en zangeressen volgt. Van Beinum kijkt vragend: waarom die hilariteit? En dan ziet hij het: stofwolken stijgen omhoog uit het rode pluche, waarop hij zo juist sloeg. En om de schoonmaak meteen grondig te maken, klopt hij de andere leuning ook maar leeg.

Na afloop, in de solistenkamer, nog even een praatje. Over zijn werk in Londen. “Erg druk en veel reizen vooral, de meeste concerten gaan nl. buiten Londen”, zegt hij. “Mijn vrouw? Ja, die is ook meegekomen. Bart, mijn zoon, die in Engeland viool studeert, speelt vanavond mee in het orkest van de Koninklijke Academie voor Muziek in Londen”. Over televisie is hij kort: “Ik heb een toestel in mijn huis in Engeland, maar slechts één keer heb ik naar een uitzending gekeken. Dodelijk vermoeiend. Ik kijk er niet meer naar om”.

Van het nieuwe concertgebouw, dat men in Londen aan het bouwen is, heeft hij grote verwachtingen. “Wij geven er volgend jaar tijdens het Festival of Britain vier of vijf concerten”. Het meest verlangt hij naar rust, naar vacantie. En na die verklaring hebben wij natuurlijk afscheid genomen….