(Van onze muziekredacteur)
Het staat thans vast, dat het Londens Philharmonisch Orkest naar ons land komt. Het ensemble, dat onder auspiciën van de British Council optreedt, vertrekt 8 Mei uit Engeland en geeft eerst een concert in Brussel o.l.v. Sir Adrian Boult. Daarna gaat men naar Nederland, waar men onder Van Beinum viermaal concerteert, nl. twee keer in Amsterdam, éénmaal in Arnhem en één keer in Utrecht.
Jaar: 1950
(Van onze muziekredacteur)
Het programma, waarmee het Concertgebouworkest onder Eduard van Beinum het Holland Festival op 15 Juni in Amsterdam opent, is samengesteld uit Mendelssohn’s Italiaanse Symphonie, een pianoconcert van Mozart (met Myra Hess als soliste), Pijper’s Derde Symphonie en “De Vuurvogel” van Strawinski. Scheveningen krijgt dit concert 17 Juni.
De rol van Fatima in Weber’s “Oberon” (16 Juni) wordt vertolkt door Anna Pollak van Sadler’s Wells uit Londen, die met haar creatie van “Carmen” onlangs van zich heeft doen spreken.
“Mens en Melodie”
(Van onze muziekredacteur)
Het Februari-nummer van “Mens en Melodie” (algemeen maandblad voor muziek) is weer even verzorgd en prachtig geïllustreerd als altijd. Bijzonder belangwekkend zijn het artikel, dat Wouter Paap wijdde aan de orkestbewerking van de Mis van Alphons Diepenbrock, en Max Möller’s bijdrage over oud-Hollandse vioolbouwers.
Gerrit Vellekoop wijst op enkele interessante Amerikaanse boeken over muziek en bij de vele recensies treft vooral die over de kameropera “Camerata”.
Na het aangrijpende Chopin-recital, dat de Poolse pianiste Halina Czerny-Stefánska gisteravond in de stampvolle kleine Concertgebouwzaal van Amsterdam heeft gegeven, staat het voor mij vast, dat Chopin’s geniale muziek gespeeld moet worden zonder al die particuliere ontboezemingen, waarmee pianovirtuozen (als autobiografen) deze kunst plegen te ontluisteren.
Want deze jonge prijswinnares van het Chopinconcours-1949 in Warschau toonde aan, dat het wezen van deze soms tere, poëtische, soms hartstochtelijke maar steeds aangrijpende muziek sterk en overtuigend genoeg is om het zonder allerpersoonlijkste toevoegingen te kunnen stellen. Zij hield zich zorgvuldig aan wat de componist voorschreef, speelde bijvoorbeeld de mazurka’s sterk rhythmisch, als werkelijke dansen, zonder sentimentele, op schijnontroering berustende vertragingen en het wonder voltrok zich: men kwam in de ban van Chopin, de Poolse Chopin, met al zijn fierheid, gracieuze ruiterlijkheid en romantische weemoed. En men wist: zo en niet anders moet het.
Halina Czerny-Stefánska leverde met dit diep-ontroerende spel een volledig op zichzelf staande prestatie, die bewees, dat hier een zeer bijzondere persoonlijkheid aan het woord was. Het spreekt bijna vanzelf, dat die persoonlijkheid een vlekkeloze, tot in de perfectie beheerste techniek tot haar beschikking had. En even voor de hand liggend was het dat zij – behalve bloemen – ovaties kreeg, waarvoor zij dankte met twee toegiften. Daarvan verried de Humoresque van haar landgenoot Spisak een ongewoon talent.
LEX VAN DELDEN
(Van onze muziekredacteur)
Hilversum, dat in jaren geen groot orkest heeft gehoord, zal op 22 Maart – in Gooiland – bezoek krijgen van het Residentie Orkest o.l.v. Willem van Otterloo. Het speelt dan Beethoven’s Derde Symphonie, de “Eroica”, Wagenaar’s ouverture “Cyrano de Bergerac” en Cor de Groot is solist in Tsjaikowski’s pianoconcert.
Het is een experiment, dat als het zou slagen volgend jaar stellig door meer concerten zal worden gevolgd. En wie het repertoire van het Haagse orkest kent, weet dat men dan ook aandacht zal besteden aan Nederlandse muziek.
Ook in Middelburg, waar al 20 jaren geen groot orkest is geweest, speelt het Residentie Orkest. Dat gebeurt voor de Volksuniversiteit op 14 April. Programma: Diepenbrock’s ouverture “De Vogels”, Tsjaikowski’s Vierde Symphonie en Beethoven’s Derde Pianoconcert met George van Renesse als solist.
Over applaus, sinaasappelen en claqueurs
(Van onze muziekredacteur)
HET concertbezoekende publiek weet tegenwoordig meestal wel wanneer het dient te applaudisseren. Een enkele keer gebeurt het, dat die bijvalsbetuigingen te vroeg komen, op verkeerde ogenblikken. Er was een tijd, dat een dergelijk applaus niet als een ernstige onderbreking werd beschouwd, getuige bijvoorbeeld het feit, dat de 22-jarige Mozart over de eerste uitvoering in Parijs van zijn symphonie KV 297 naar huis schreef: “Ik begon het stuk met de violen alleen, acht maten lang heel zacht. Zoals ik verwachtte werd het publiek heel stil. Daarna volgde plotseling een luide passage van het orkest en natuurlijk begon iedereen meteen te klappen”.
Een nog merkwaardiger geval is het volgende: de beroemde zanger Farinelli zong in 1737 in Londen een lied van zijn broer en al na de allereerste noot brak een enorm applaus uit, dat vijf minuten aanhield! Heel bijzonder is ook wat de zangeres Tietjens in 1868 in Dublin overkwam. Zij had in Weber’s “Oberon” een aria beëindigd, waarop geestdriftige bijvalsbetuigingen volgden, die pas na 15 minuten (!!) verminderden, toen zij er in toestemde het lied “De laatste roos van de zomer” te zingen. De moeilijkheid was dat het orkest de muziek daarvan niet bezat. Er moest een piano op het toneel worden gedragen, een taak, waarvan Oberon zelf zich kweet, daarin bijgestaan door vijf demonen uit de volgende scène. Na het lied kon de voorstelling doorgang vinden…
Eveneens in Dublin, in 1831, gebeurde het, dat Paganini en de zanger Braham door het publiek werden gedwongen op de piano staande hun concert voort te zetten, zodat iedereen hen kon zien.
Sommige componisten wantrouwen applaus. Zo bijvoorbeeld Berlioz, die over de uitvoering van een zijner werken zei: “Het werd met een enorm enthousiasme ontvangen en dus moet het waardeloos zijn. En ik dacht nog wel, dat het zo een goed stuk was!”
Rotte eieren
Waarom, overigens, geeft men ook niet van zijn afkeuring blijk? In sommige landen komt dat inderdaad voor, en dat kan wel eens tot heftige taferelen aanleiding geven. Toen Kurt Weill’s opera “Mahagonny” in 1929 haar première in Leipzig beleefde, ontstond er een waar bombardement met rotte eieren, zo zelfs dat de uitvoering geen voortgang kon vinden.
Het werpen met sinaasappelen schijnt in de 18de eeuw min of meer gebruikelijk te zijn geweest om afkeuring uit te drukken: Pergolesi kreeg eens bij een opvoering van een zijner opera’s een sinaasappel midden in zijn gezicht, en in 1704 werd de zangeres Tofts er van beschuldigd haar knecht naar de schouwburg te hebben gezonden om haar rivale te bekogelen. Nog niet zo heel lang geleden berichtte iemand dat in een Spaans theater een meisje rondhing met een mandje rotte sinaasappelen, welke zij verkocht aan hen, die ze naar de zangeres wilden gooien!
Het is gewoonte in kerken niet te applaudisseren. Toch zijn hierop uitzonderingen en ook gaf men wel op andere wijze van zijn waardering blijk. In 1770 mocht men in Italiaanse kerken niet in de handen klappen, maar om toch bewondering te kennen te geven kuchte men of snoot luid zijn neus.
En dan is er nog een treffende instelling: het “gesubsidieerde applaus”, de bijvalsbetuigende huurlingen, die men “claqueurs” noemt. De “Times” van 2 Augustus 1828 vermeldt daarover een merkwaardige bijzonderheid:
“Een smerig geklede zotskap met een bleek gezicht neemt voortdurend in de loges van het Haymarket Theatre plaats, waar hij het publiek verveelt met zijn belachelijk applaus, dat op vreemde ogenblikken komt. Als die meneer er voor wordt betaald om de vertolking van zekere spelers te ondersteunen, dan zou hij dit oordeelkundiger moeten doen en zijn omkoopbaarheid en domheid niet zo opzichtig laten blijken”.
Ten slotte laat ik hier nog de “officiële” salarissen volgen, in 1919 vastgesteld voor de Italiaanse claqueurs: 1. Voor applaus bij opkomst van een heer: 25 lire. 2. Voor applaus bij opkomst van een dame: 15 lire. 3. Gewoon applaus tijdens de vertoning, per keer: 10 lire. 4. Aanhoudend applaus tijdens de vertoning, per keer: 15 lire. 5. Voor uitroepen als “Goed zo!” of “Bravo!”: 5 lire. 6. Voor een “Bis”, met moeite bereikt: 50 lire. 7. Stormachtige geestdrift, daarvoor moet een speciale afspraak worden gemaakt.
“Oberon” gaat op 16 Juni
(Van onze muziekredacteur)
De première van Weber’s opera “Oberon”, in het Holland Festival door de Ned. Opera o.l.v. Pierre Monteux, is vastgesteld op 16 Juni. Charles Bruck is reeds met de voorbereidende repetities begonnen.
de lopende band
HET prachtig uitgevoerde “Jahrbuch der Musikwelt”, dat onlangs bij uitgeverij Julius Steeger te Bayreuth voor het eerst verscheen, en onder redactie stond van Herbert Barth, bevat een enorme verzameling gegevens op elk gebied van de muziek. Het moet een geweldige opgave zijn geweest dit overstelpende feitenmateriaal te verzamelen. Om U een indruk te geven: men vindt er o.a. lijsten in met bijna alle muziekorganisaties van de wereld, met bibliotheken, gezelschappen, verenigingen, muziekscholen, concertinstellingen, orkesten en koren.
Natuurlijk zijn alle componisten en uitvoerenden (met adres) vermeld en ook schrijvers over muziek en paedagogen. Dat speciaal wat Nederland betreft niet alles foutloos is opgenomen, was te verwachten voor wie onze propaganda voor de eigen cultuur kent. Men vindt sommige landgenoten – musici – niet en andere, totaal vergeten, wel. Maar dat zijn dingen, die bij een volgende jaargang wel verbeterd zullen worden.
Een “jaarboek” is het, want het behandelt ook al datgene, wat er op muziekgebied het afgelopen jaar in de wereld is gebeurd. Zo kan men bijvoorbeeld vinden welke premières in 1949 plaats vonden. En ten slotte schreven auteurs van naam enkele belangwekkende musicologische artikelen. Dat het geheel (nog) wat Duits georiënteerd is, zal wel zijn toe te schrijven aan de moeilijkheid alle informaties uit het buitenland te krijgen. Ook dit kan in de toekomst verholpen worden; reeds nu voorziet het boek in een behoefte. Iedere muziekliefhebber en musicus zal er zijn voordeel mee kunnen doen. Prijs f 18.35.
L. V. D.
Felix de Nobel dirigeert in Italië
Johannes Passie met verrassingen: brand en vallende lampen
(Van onze muziekredacteur)
Het Nederlands Kamerkoor en zijn dirigent Felix de Nobel treden sinds Zaterdag jl. in Italië op; zij voeren er o.a. Bach’s Johannes Passie uit en naar ik vernam oogstten ze veel succes, zowel bij het publiek als bij de pers. Dat is prettig voor ons land, en vooral voor De Nobel en zijn koor. Maar ook minder prettige en bijzonder verrassende dingen beleefden zij in Italië. Want stelt u zich het volgende eens voor:
Felix de Nobel dirigeerde in Bergamo de Johannes Passie. In het Teatro Donizetti. Een hinderlijk en bijzonder luid gehamer op de muren maakte de uitvoering onmogelijk, zo volstrekt onmogelijk, dat de dirigent midden onder het concert kwaad het podium verliet. Wat was de oorzaak van dat lawaai? Wel, een deel van het gebouw, buiten de zaal, bleek in brand te staan en de brandweer was bezig een muur te slopen om het theater voor afbranden te behoeden.
Dat is nog niet alles; want de dag ervoor maakte men nog iets zeer ongewoons mee in Brescia bij Milaan, waar De Nobel eveneens de Johannes Passie dirigeerde. Onder de uitvoering kwam een grote lamp ten gevolge van kortsluiting zo maar naar beneden, midden in het orkest. Gevolg: veel consternatie, geen ongelukken. Nadat de rust was weergekeerd werd het concert voortgezet.
Radio stelt jonge musici in staat routine op te doen
Het bestuur van de Ned. Radio Unie gaat een leerlingenstelsel invoeren, waardoor jonge musici in staat worden gesteld gedurende ten hoogste 12 maanden zich als leerling-instrumentalist te bekwamen in het orkestspel.
Voorlopig kunnen violisten, een altist, een tubaïst/bassist en een slagwerker worden aangesteld. Sollicitaties en inlichtingen bij de Ned. Radio Unie, afd. Muziek, Postbus 150, Hilversum.
(Van onze muziekredacteur)
Het staat thans vast, dat in het Holland Festival enkele ochtenden per week kamermuziekconcerten worden gegeven in Den Haag en Amsterdam, juist zoals dat in Edinburg het geval is.
Bovendien is het nu zeker, dat de opvoeringen van “Antigone” door het Amsterdams Toneel Gezelschap, waaraan in eerste instantie was gedacht, niet doorgaan. Wel poogt men nog een andere toneelgroep bereid te vinden een Griekse tragedie te spelen.
En ten slotte kan worden gemeld, dat Erich Kleiber verhinderd is te komen dirigeren; in zijn plaats zal Charles Münch het Concertgebouworkest leiden, op 22 Juni in Amsterdam en de 23ste in Scheveningen.