Categorieën
Het Parool

Halina Czerny-Stefánska liet de echte Chopin horen

Na het aangrijpende Chopin-recital, dat de Poolse pianiste Halina Czerny-Stefánska gisteravond in de stampvolle kleine Concertgebouwzaal van Amsterdam heeft gegeven, staat het voor mij vast, dat Chopin’s geniale muziek gespeeld moet worden zonder al die particuliere ontboezemingen, waarmee pianovirtuozen (als autobiografen) deze kunst plegen te ontluisteren.

Want deze jonge prijswinnares van het Chopinconcours-1949 in Warschau toonde aan, dat het wezen van deze soms tere, poëtische, soms hartstochtelijke maar steeds aangrijpende muziek sterk en overtuigend genoeg is om het zonder allerpersoonlijkste toevoegingen te kunnen stellen. Zij hield zich zorgvuldig aan wat de componist voorschreef, speelde bijvoorbeeld de mazurka’s sterk rhythmisch, als werkelijke dansen, zonder sentimentele, op schijnontroering berustende vertragingen en het wonder voltrok zich: men kwam in de ban van Chopin, de Poolse Chopin, met al zijn fierheid, gracieuze ruiterlijkheid en romantische weemoed. En men wist: zo en niet anders moet het.

Halina Czerny-Stefánska leverde met dit diep-ontroerende spel een volledig op zichzelf staande prestatie, die bewees, dat hier een zeer bijzondere persoonlijkheid aan het woord was. Het spreekt bijna vanzelf, dat die persoonlijkheid een vlekkeloze, tot in de perfectie beheerste techniek tot haar beschikking had. En even voor de hand liggend was het dat zij – behalve bloemen – ovaties kreeg, waarvoor zij dankte met twee toegiften. Daarvan verried de Humoresque van haar landgenoot Spisak een ongewoon talent.

LEX VAN DELDEN