TOT nu toe is slechts het eerste van twee delen verschenen over de “Geschiedenis van de Muziek in de Nederlanden”, maar dat is al ruimschoots voldoende om onder de indruk te komen van de enorme kennis van zaken van de auteur prof. Dr. Charles van den Borren. Musicologen kennen prof. Van den Borren reeds jaren: hij is niet jong meer (17 November werd hij 75 jaar), was professor in de muziekgeschiedenis aan de Universiteit van Brussel en sinds 1920 bibliothecaris aan het conservatorium aldaar.
Een aanzienlijke hoeveelheid geschriften heeft hij op zijn naam staan, o.a. over Scarlatti, over César Franck, maar vooral over oude muziek, met name zijn werken over Lassus en Dufay gelden als de belangrijkste publicaties op dit gebied. Steeds schreef hij in het Frans, maar juist deze “Geschiedenis van de Muziek in de Nederlanden” liet hij, in een goede vertaling door een andere Belgische musicoloog van naam, dr. M. Boereboom, eerst in het Vlaams verschijnen.
Het is een ongemeen knap boek geworden, dat de evolutie van de muziek in de Nederlanden behandelt, al van vóór de 15de eeuw. Het hoofdstuk over de 15de eeuw, met als eerste genie Dufay (“Het grootste sieraad ter wereld” genoemd door een tijdgenoot) is bijzonder belangwekkend, omdat het duidelijker dan ooit tevoren de revolutionnaire groei van gothiek naar renaissance belicht. Een groei, die via grootmeesters als Ockeghem, Obrecht, Des Prez, loopt naar Willaert, Clemens non Papa, Lassus en Sweelinck.
Over al deze geniale figuren schrijft prof. Van den Borren en men heeft na lezing van dit eerste deel de stellige overtuiging, dat de schrijver alles, wat op dit gebied tot nu toe bekend is geworden, volledig beheerst met een meesterschap, dat niemand hem zou kunnen verbeteren. Menige misvatting wordt aan de kaak gesteld en zo geeft dit prachtige, in de eerste plaats voor vaklieden, maar daarnaast ook voor de belangstellende leek bedoelde, werk een volledig overzicht van de bloeitijd der Nederlandse muziek.
De Wereldbibliotheek N.V. Amsterdam-Antwerpen, die het f 17.50 kostende boek voortreffelijk uitgaf, heeft hiermee een belangrijk en niet te overschatten werk verricht.
LEX VAN DELDEN