Categorieën
Het Parool

Pianorecital Bruce Barbour

Zeer gemengde indrukken kreeg ik gisteravond in de Amsterdamse Bachzaal van het spel van Bruce Barbour, die de nieuwe Steinway-vleugel van het Conservatorium inwijdde. Of het aan de stroefheid van het nieuwe instrument lag, weet ik niet, maar zeker is, dat Beethoven’s Sonate opus 31 no. 2 en Chopin’s Polonaise opus 53 (in As) bijzonder droog, dor en onbewogen klonken.

En even duidelijk bleek, dat Barbour’s interesse vooralsnog te zeer uitgaat naar de technische verzorging van details, zo zeer, dat de grote muzikale stroom nauwelijks aanwezig is. Hij speelt technisch ongetwijfeld heel knap, maar zonder veel emoties. Het best kan men dit spel “beschouwend” noemen, en Bach, waarmee het recital begon, kon deze manier van voordragen merkwaardig goed verdragen. Zo goed zelfs, dat hier iets bijzonders uit ontstond: een prestatie, die door Barbour’s zeer eigen, maar alleszins te motiveren opvatting, indruk maakte.

LEX VAN DELDEN

Categorieën
Het Parool

Alexander Borowski komt naar Amsterdam

(Van onze muziekredacteur)
De enige jaren geleden Amerikaan geworden, in Litauen geboren, pianist Alexander Borowski, die vóór de oorlog in Amsterdam een meestercursus voor pianisten gaf, komt 17 November weer in de hoofdstad spelen. Hij treedt dan in de Bachzaal op met werken van o.a. Bach, Chopin, Prokofiew en Messiaen.

Categorieën
Het Parool

Jules Moes zeventig jaar

Van koorlid tot groot operazanger

(Van onze muziekredacteur)
“Eén ding moet u me beloven,” zegt Jules Moes als ik een praatje met hem kom maken. De vroeger gevierde operazanger wordt Zondag zeventig jaar. “Zegt u er alsjeblieft bij, dat wij die verjaardag slechts in huiselijke kring vieren. Wij willen geen bezoek, in verband met familie-omstandigheden”.

Ouderen zullen zich stellig Jules Moes herinneren als de prachtige heldentenor, die als het moest ook lyrische tenorpartijen zong. Maar voor hij bij de opera kwam, voor hij begon met zijn zangstudie, is hij eerst echt “ontdekt”.

“Ik zong als jongeman in “De Maastrichter Staar”; in Maastricht ben ik ook geboren. Wat was dat een prachtig koor! Aantal koorleden? Tweehonderddertig. En daar waren 54 tenoren bij, die de hoge C zongen! De voorzitter van dat koor, de heer J. van Poppel, ontdekte mij en bracht mij er toe zang te gaan studeren. In 1899 werd ik leerling aan het Amsterdams Conservatorium, bij Cornelie van Zanten (zang), De Pauw en Hutschenruyter (piano) en Zweers (compositie). Ik componeer trouwens af en toe nog: kerkcomposities voor zang, koor, met en zonder orgelbegeleiding.

Na mijn conservatoriumtijd kwam ik in 1902 bij het “Lyrische Toneel”, waar dr. Peter van Anrooy toen als dirigent zijn loopbaan begon. Daarna 2 jaar bij de Opera van Gent, 5 jaren bij de Vlaamse Opera in Antwerpen. Van 1910 tot 1912 in het Rembrandt Theater te Amsterdam bij Pauwels, Kreeft en Heuckeroth en in 1912 ging ik naar de Opera in Praag, als opvolger van Piccavier. Daar ben ik vier jaar als heldentenor geweest en ik maakte toen gasttournée’s naar Berlijn, Dresden, Breslau, Wenen, Bodenbach. Ik zong er vaak met Leo Slezak.

Na die Praagse tijd weer naar Amsterdam terug, bij de Opera van Koopman, daarna bij de Nationale Opera en later bij de Coöperatie, waarmee ik reizen maakte naar Nice, Parijs, Luik en overal de “Tristan” zong. Dat was in 1924-1925. Enkele namen uit die jaren? Met Urlus, Dierckx, Maartje Offers, Cato Engelen-Sewing, mevr. Van Raalte-Horneman en vele anderen trad ik op. En toen, een paar jaar na 1925, was het afgelopen met een Nederlandse Opera.

In 1927 kwam ik als muzikaal leider bij de K.R.O., waar ik 5 1/2 jaar in dienst ben geweest. En na 1933 was het zingen grotendeels gedaan, legde ik mij hoofdzakelijk op paedagogisch werk toe, o.a. als hoofdleraar aan het Rotterdams Conservatorium. Tegenwoordig doe ik niets meer, alleen mijn vier kleinkinderen geef ik nog pianoles.

Mijn repertoire? Bijna het hele operarepertoire heb ik gezongen. Alle opera’s van Wagner, en Tiefland, Aïda, Hugenoten behoorden ook tot mijn lievelingsopera’s. Mijn belangrijkste creatie was “Othello” van Verdi. Ontelbare malen trad ik ook in oratoria op en gaf ik liederenavonden. Alleen de Mattheus Passie heb ik nooit gezongen. Ik had het veel te druk om dat werk geestelijk volkomen te beheersen.”

Zo verliep de prachtige, succesvolle carrière van een groot operazanger, die als hij voor een collega moest invallen met gemak zijn partij op het eerste gezicht zong. Nog steeds zingt Jules Moes Zondags in de kerk, en een enkele keer dirigeert hij nog een kerkkoor. Maar belangrijker voor hem, die zichzelf de “jongste van de oudere generatie” noemt, zijn de talloze herinneringen uit zijn loopbaan, die hem populair maakte in de beste zin van het woord.

Brabants Orkest zal in Den Bosch komen

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben Den Bosch aangewezen als vestigingsplaats voor het Brabants Orkest.

Categorieën
Het Parool

A’dams Philh. Orkest speelt weer in City Theater

(Van onze muziekredacteur)
Op veler verzoek zal a.s. Vrijdagavond het Amsterdams Philharmonisch Orkest weer in het City Theater te Amsterdam optreden. Het speelt dan onder leiding van Nico van der Linden een fantasie over de opera “Cavalleria Rusticana”.

Categorieën
Het Parool

Werk van Schönberg in Kleine Zaal

Wie gisteravond in de volle kleine Concertgebouwzaal van Amsterdam het concert bijwoonde, dat de sectie Holland der International Society for Contemporary Music en de Ned. Vereniging voor Hedendaagse Muziek organiseerden ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van Arnold Schönberg, zal moeten erkennen het werk te hebben gehoord van een meesterlijk componist. Men zou zich kunnen afvragen in hoeverre het vierde strijkkwartet, waarmee de avond opende, enige ontroering wist te verwekken. Voor mij althans betekende dit werk niet veel meer dan een knap samenspel van bijzonder vernuftige cerebrale constructies, gebaseerd op het twaalf-toonsysteem, waarvan Schönberg de geestelijke vader is.

Maar in het bijna dertig jaar daarvoor gecomponeerde tweede kwartet (met sopraanstem), dat uit 1908 stamt, merkte men, dat Schönberg tot meer in staat is. Want hier bereikte hij, in een laat-romantische, aan Mahler herinnerende, maar toch persoonlijke stijl, een indrukwekkende, onheilspellende expressie van een zo indringende overtuigingskracht, dat het woord “geniaal” stellig op zijn plaats is.

Daartussen hoorde men de pianostukken opus 11, 23 en 25, die een vrij duidelijk beeld gaven hoe die ontwikkeling van tweede naar vierde kwartet zich voltrok. Uitgaande van een chromatiek, zoals die in Wagner’s “Tristan” voorkomt, maar die in uiterste consequentie wel moest leiden tot opheffen van bestaande harmonische functies, kwam Schönberg tot de volkomen atonaliteit, een ontwikkeling, die in opus 11 een aanvang nam.

En zo heeft men deze avond het beeld gekregen van een revolutionair componist, die zijn principes met hardnekkige consequentie doorvoerde. Ook al moet ik bekennen, dat ik de resultaten van dit systeem nauwelijks kan volgen, laat staan waarderen.

De grootste bewondering verdienen de uitvoerenden: het onvolprezen Amsterdams Strijkkwartet, de knappe pianiste Else C. Kraus en de prachtige, met een enorme beheersing zingende sopraan Elsa Barther.

LEX VAN DELDEN

Categorieën
Het Parool

Noordhollandse mannenkoren hielden zangersavond

Acht mannenkoren lieten zich Zaterdag horen op de zangersavond, die het Gewest Noord-Holland van het Koninklijk Nederlands Zangers Verbond in Concordia te Bussum had georganiseerd. Men heeft er een vrij duidelijk beeld gekregen van de toestand, waarin onze mannenkoorzang verkeert: koormateriaal van behoorlijke tot goede kwaliteit is voldoende aanwezig, maar de dirigenten, die van deze bouwstoffen homogene, technisch geschoolde koren kunnen maken, zijn schaars.

De resultaten van deze avond? Wel, er is soms verrassend goed gezongen, maar daarnaast op vaak onvoldoende wijze en dat was dan voornamelijk toe te schrijven aan de gebrekkige manier, waarop enkele dirigenten hun koren leidden.

Een woord van lof komt toe aan de commissie, die het repertoire samenstelde. Want dat was deze avond van zeer behoorlijke kwaliteit. Immers: werken van Arcadelt, Lasso, Bruckner behoren tot het beste, wat er op dit gebied bestaat. De verplichte nummers waren van Hendrik Andriessen, Gallus Handl en

LEX VAN DELDEN

Categorieën
Het Parool

Sonatenavond in Kleine Zaal

De beide jeugdige Belgische musici, die gisteren in de kleine Concertgebouwzaal van Amsterdam een sonatenavond gaven, bleken merkwaardigerwijze in alle opzichten aan elkaar gewaagd te zijn. Zowel de violist Louis Thienpont als de pianist Peter Cabus speelden Bach en Beethoven bijzonder schuchter en maakten de indruk (voorlopig nog) niet op het concertpodium thuis te horen. Want hun spel is technisch onvoldoende en bij beiden is de linkerhandtechniek aanmerkelijk gebrekkiger dan die van de overigens ook lang niet volmaakte rechterhand.

Dat het bij dit gebrekkige, stijlloze en onrijpe spel nauwelijks tot musiceren, tot werkelijk muziek maken kwam, ligt voor de hand. Meer zelfcritiek had hen er voor kunnen en moeten behoeden in het openbaar op te treden.

LEX VAN DELDEN

Categorieën
Het Parool

Amsterdam herdacht dirigent Englander

(Van onze muziekredacteur)
Velen van hen, die gisteravond in het Amsterdamse Concertgebouw staande enkele ogenblikken stilte in acht namen, zullen met weemoed hebben teruggedacht aan de dirigent en componist S. H. Englander, aan wiens nagedachtenis dit concert was gewijd. De Duitsers deporteerden deze beminnelijke mens en alom geacht vakman op 8 Juni 1943 en hij, noch zijn gezinsleden keerden terug.

Een ere-comité, dat een gedenkteken wil plaatsen op de begraafplaats te Muiderberg had deze avond georganiseerd en het waren vooral de gevoelvolle woorden van wethouder A. de Roos, voorzitter van het comité, die diepe indruk maakten.

Drie koren, waarvan Englander dirigent is geweest, lieten zich horen: Amstel’s Mannenkoor “Harmonie”, het Amsterdams Joods Mannenkoor en de gemengde zangvereniging “Kunst en Strijd” gaven, met solistische medewerking van Paula Lindberg en Otto Couperus (zang) en door Herman Nieland aan het orgel begeleid, o.a. de eerste uitvoering van een in memoriam Englander gecomponeerd werk, “Jiskor” van Hans Krieg, onder leiding van de componist.

Het pianorecital, dat Dudley Bridge tegelijkertijd in de Kleine Zaal zou geven, ging niet door wegens plotselinge ziekte van de pianist.

Categorieën
Het Parool

Eerste concert van filmmuziek in het Concertgebouw

De Amsterdamse Filmliga, onder wier auspiciën het eerste concert van filmmuziek gisteravond in Amsterdam’s Concertgebouw plaats vond, is er van overtuigd, dat filmpartituren verdienen op de normale programma’s van symphonie-orkesten te worden geplaatst. Nu, nadat ik deze proef heb gehoord, kan ik die overtuiging geenszins delen. Want ronduit gezegd: geen enkele van de vijf uitgevoerde filmmuzieken “deed” het in de concertzaal, en ik meen de plank niet ver mis te slaan, als ik de oorzaak hiervan zoek in het ontbreken van het visuele beeld der film.

Afgezien van Arthur Bliss’ pianoconcertino “Baraza” uit de film “Men of two worlds”, een geslaagd werkje, dat ook in de rolprent de functie van zelfstandig concertino inneemt en reeds vóór de totstandkoming van de film gecomponeerd was, bleven alle overige partituren als op zichzelf staande muziek zo onvoldragen en zo weinig karakteristiek, dat ik ze als onverdraaglijk en doorgaans geestdodend onderging.

Het heeft dan ook nauwelijks zin de werken van Virgil Thomson, William Walton en Max Vredenburg’s muziek bij “Walvis in zicht” aan detailcritiek te onderwerpen. Muzikaal waren ze weinig zeggend en een enkele er van zelfs dilettantistisch gecomponeerd. De confrontatie in deze omgeving met Feher’s “Rovers Symphonie” stelde ook al teleur: juist datgene, wat deze muziek typeerde, ontbrak hier, nl. het filmbeeld. Zonder dit heeft zij geen enkele waarde en is zij banaal.

Het Haags Symphonie Orkest – een uit amateurs bestaand, met beroepsmusici aangevuld ensemble – speelde onder dirigent Jacques Moolenijzer kranig: solisten waren Géza Frid (piano), Lidy van der Veen en Chris Reumer (zang). In Bliss’ Pianoconcertino werkte nog het mannenkoor van Hans Weiss mede.

LEX VAN DELDEN

Categorieën
Het Parool

Bundel pianostukken: In memoriam Pijper

(Van onze muziekredacteur)
Binnenkort verschijnt bij de uitgever Broekmans en Van Poppel te Amsterdam een bundel korte composities ter ere van Pijper’s nagedachtenis. De bundel, die “Hommage à Pijper” zal heten, bevat acht korte pianostukken, gecomponeerd door Sem Dresden, Rudolf Escher, Henri Zagwijn, Henriëtte Bosmans, Kees van Baaren, Bertus van Lier, Karel Mengelberg, Jan van Dijk en één werkje voor fluit en piano van Hans Henkemans. Al deze componisten zijn òf leerlingen van Pijper geweest òf zij hebben in zeer nauwe relatie tot hem gestaan.