Categorieën
Het Parool

Concertgebouwvrienden herdachten RAVEL in Kleine Zaal

Groots pianospel van Georges Themeli

De Vereniging “Concertgebouwvrienden” heeft gisteren in de kleine Concertgebouwzaal van Amsterdam het Ravel-feest opgeluisterd met een avond geheel aan Ravel gewijd. Mevrouw Hélène Jourdan-Morhange, schrijfster van een boek over de componist, hield een boeiende lezing over de mens Ravel, die zij van zeer nabij heeft gekend.

Het was jammer, dat de uitvoering van “Le Tombeau de Couperin” was toevertrouwd aan de Franse pianist Jacques Février. Jammer, omdat deze in alle opzichten tekort schoot: technisch was zijn spel lang niet vlekkeloos, zijn aanslag bleek bijzonder nuchter en nuanceloos en het geheel maakte een onbeheerste, onrhythmische indruk. Overigens was het onverklaarbaar waarom van deze suite slechts vijf van de zes delen werden gespeeld.

Na de pauze zong Bodi Rapp, begeleid door Felix de Nobel, o.a. de “Histoires naturelles”, welke ik niet meer kon horen. In de bijna volle Grote Zaal luisterde ik toen naar Georges Themeli, die een indrukwekkend pianorecital voor de Kunstkring “Voor Allen” gaf.

Vorig jaar leerde Amsterdam in deze Themeli een kunstenaarspersoonlijkheid kennen van een fenomenale allure. Ook dit keer bewees hij tot de klasse der uitzonderlijk groten te behoren. Technische problemen bestaan voor hem niet (ondanks zijn blindheid), zijn aanslag kent een onbegrensde gevarieerdheid en verliest nooit gevoeligheid.

Maar belangrijker dan dit alles is de ongehoorde concentratie van dit spel, een concentratie, die gericht is op het wezen van elke ten gehore gebrachte muziek. Op deze wijze klonken Fauré, Debussy, Ravel en Chopin volmaakt naar inhoud en stijl.

Themeli’s sterke natuur wist aan dit veeleisende programma een zó bezielde en dwingende overtuiging te geven, dat het publiek hem pas na enkele toegiften liet gaan.

LEX VAN DELDEN