Koninklijk paar aanwezig in versierd Amsterdams Concertgebouw
(Van onze muziekredacteur)
Honderden Amsterdammers verdrongen zich gisteravond bij het Concertgebouw om maar een glimpje op te vangen van koningin Juliana en prins Bernhard, die het gala-openingsconcert van het Holland Festival zouden bezoeken. Het gebouw zelf was in volle feesttooi, de rood-wit-blauwe vlaggen wapperden vrolijk en binnen, in de Grote Zaal, vormden oranje, rode, witte en blauwe bloemen de passende versiering van het podium, waarop het Concertgebouworkest plaats zou nemen om de eerste klanken van het Festival de wereld in te zenden.
Om half acht trad dan het koninklijk paar onder de op het balkon geplaatste, rode baldakijn en als één man verrees het publiek om het Wilhelmus te zingen: het plechtige begin van het Holland Festival. Vele hoogwaardigheidsbekleders waren aanwezig, o.a. de ministers Lieftinck, Spitzen, Schokking, In ‘t Veld, Mansholt, Götzen, Rutten en Teulings, staatssecretarissen, commissarissen der Koningin, ambassadeurs, Kamerleden, B. en W. van Amsterdam, van Den Haag en Utrecht.
Met Mendelssohn’s Italiaanse Symphonie opende Van Beinum het concert: een bijzonder opgewekte en voortvarende inzet van een waarlijk feestelijke avond, die een eerste hoogtepunt vond in Myra Hess’ vertolking van Mozart’s pianoconcert in Es, KV 271. Het werd een uitvoering, die gekenmerkt was door een onopgesmukt, doorleefd musiceren, doortrokken van de milde persoonlijkheid der soliste. Van Beinum zorgde met het orkest voor een kamermuziekachtige begeleiding, die geheel paste bij de van elk virtuoos vertoon ontdane opvatting van Myra Hess. Zij oogstte een enorm succes.
Een even uitbundige ovatie viel Pijper’s Derde Symphonie ten deel: zelden heeft men de tragiek van deze muziek sterker ondergaan dan in deze geladen uitvoering. Een subliem gespeelde “Vuurvogel” van Strawinski besloot het concert; de climax vlak voor het einde werd zo gespannen voorbereid dat de laatste klanken wel een opgewonden enthousiasme moesten veroorzaken.
Zo was dan het Holland Festival op een alleszins passende wijze in Amsterdam geopend, en vele genodigden richtten daarna hun schreden naar het Rijksmuseum, waar burgemeester d’Ailly, met enkele wethouders, een bijzonder geanimeerde receptie hield. Ook daar waren koningin en prins aanwezig. Ministers, kunstenaars, gezanten onderhielden zich er in opgewekte gesprekken en onder de talrijke gasten zagen wij ook mr. Mohammed Rum. Velen hebben er in stille bewondering Rembrandt’s “Nachtwacht” aanschouwd bij de zacht deinende muziek van een vriendelijk spelend strijkje en onder het genot…..
(Incompleet…)