Categorieën
Het Parool

Cervantes-herdenking

HET hoogtepunt van het feestconcert, dat Zondagavond in het Amsterdamse Concertgebouw werd gegeven ter herdenking van de 400-ste geboortedag van Miguel de Cervantes, lag ongetwijfeld na de pauze. Debussy’s weelderig-kleurige “Iberia” en de tot slot gespeelde hartstochtelijke dansen uit De Falla’s ballet “El sombrero de tres picos” voerde het Concertgebouworkest onder Van Beinum’s leiding zo geestdriftig en meeslepend uit als ik in lange tijd niet meer hoorde. Dat was musiceren van de hoogste orde.

Tussen deze fonkelende “vuurwerken” zong Laurens Bogtman met prachtig geluid en overtuigende expressie Ravel’s laatste werk, de drie meesterlijke liederen “Don Quichotte à Dulcinée”, door Van Beinum helaas van een nogal rammelende begeleiding voorzien. Het werk leent zich trouwens – wegens ‘t fijnzinnig intieme karakter – naar mijn smaak veel beter voor een kleinere ruimte, met pianobegeleiding.

Voor de pauze hoorde men Albéniz’ enige orkestwerk “Cataluña” (een fleurige, aangenaam-klinkende rhapsodie, die in haar orkestratie duidelijk Dukas’ invloed verraadt) en “Don Quixotte” van Richard Strauss, waarin Henk van Wezer de cello-solo speelde.

De Spaanse consul woonde het concert bij, dat door het genootschap “Spanje-Spaans-Amerika” was georganiseerd.

LEX VAN DELDEN