Categorieën
Het Parool

“Het lied der vrijheid” in Carré

IN de operette “Het lied der vrijheid”, waarvan de Operettezangers Woensdagavond in het Amsterdamse Carré de eerste uitvoering gaven, laat de librettist Hans Nesna de jonge Peter, kroonprins van een Balkanland, tot een tyranniserend vorst opgroeien. Opstanden zijn het gevolg van Peters schrikbewind. Via een liefdesgeschiedenis, Peters gevangenneming en zijn ontsnapping komt de vorst tot inkeer en doet afstand van zijn troon.

Er gebeurt in deze operette veel, dat aanleiding geeft tot aardige, vlotte scènes. Hans Nesna heeft deze mogelijkheden ten volle uitgebuit. Wel geschied er zóveel, dat het eigenlijke verhaal zich wat stroef en verbrokkeld door de zeven taferelen heenwringt. En Rinus Niessen’s oorspronkelijke Nederlandse teksten voor de liederen zijn geschreven in de hooggestemde stijl van de geijkte operettevertalingen.

Jack Millar, componist van de muziek, is er in geslaagd vlotte, zoet-klinkende, zij het weinig persoonlijke melodieën te schrijven, die soms aan Lehár doen denken.

Dat de voorstelling een succes werd, komt voor alles op rekening van het meeslepende enthousiasme en de overgave, waarmee men zong en speelde. De jeugdige sopraan Joke Muller toonde een ontluikend operettetalent te zijn met grote vocale capaciteiten en een frisse natuurlijkheid in haar actie, zoals men bij de operette hier te lande zelden ontmoet.

Mary van den Berg, kittig als altijd, Alex Hock, Rens van Dorth en Harry Boda zorgden op doeltreffende wijze voor de lach en Johan van der Zalm zong met bravour, maar wat opgewonden van actie, de rol van Peter.

Johan Boskamp, die de operette regisseerde, had zeer veel zorg besteed aan deze voorstelling en Julius Susan’s muzikale leiding was geestdriftig en bezielend als steeds.

Er waren veel bloemen.

LEX VAN DELDEN