Categorieën
Het Parool

Twee trieste recitals

HET getuigt van waren heldenmoed om voor ongeveer vierhonderd leege en tien bezette zetels een pianoavond te geven. Zoowel in de Kleine Zaal van het Amsterdamsch Concertgebouw als in de hoofdstedelijke Bachzaal was dit Vrijdagavond het geval, resp. Kees Brinkmann en Herbert Scherer bonden den ongelijken strijd aan en moesten beiden het onderspit delven. Hen geheel naar de in dit doodsche klimaat geleverde prestaties te beoordelen zou onbillijk zijn. Daarom slechts enkele opmerkingen.

Kees Brinkmann’s pianistische techniek vertoonde Vrijdagavond een vrij matige ontwikkeling. In de beide Beethoven-sonaten, die hij speelde, meende hij het beter te weten dan de componist zelf, dien hij nogal radicaal revideerde.

Ook de Luxemburgsche pianist Herbert Scherer bleek, althans dezen avond, lang geen gave techniek te bezitten. Dat zijn geheugen hem danig parten speelde vindt waarschijnlijk zijn oorzaak in de grijnzende leegheid van de zaal. Enkele stukken van de Russen Sjostakowitsj en Katchaturian misten elken muzikalen inhoud en moesten het in moderniteit duidelijk afleggen tegen Moussorgsky’s, ongeveer 70 jaar oudere “Schilderijententoonstelling”, waarin flink gesnoeid werd.

LEX VAN DELDEN