DE helaas weinig talrijke Amsterdammers werden Maandagavond in de Kleine Zaal aangenaam verrast door de Amerikaansche zangeres Noël Murphy.
Zij bezit een omvangrijke sopraan, die in alle registers goed klinkt. Haar sterkste zijde is echter de interpretatie der liederen, die zij met zulk een gevarieerden rijkdom van expressie zingt, dat een wel wat verbleekt werk als Schumann’s “Frauenliebe und -leben” een volkomen aannemelijke en voortdurend boeiende vertolking kreeg.
Te voren had zij het “Lamento d’Arianna” van Monteverdi gezongen, waarin haar voordracht een zekere ingetogenheid miste en te emotioneel was. Na de pauze kregen we echter een prachtig-doorleefde uitvoering van Fauré’s genialen liederencyclus “La bonne chanson”, zoodat wij enkele technische tekortkomingen gaarne vergeven.
In een dergelijk programma zijn de pianopartijen van zeer groot belang. Met des te grooter nadruk vermelden wij de prachtige begeleiding van Jan Huckriede, die vooral in de uiterst moeilijke Fauré-liederen voortreffelijk geschakeerd van klank en technisch volkomen àf was.
Tsjechisch koor
De World Friendship Association stelde ons terzelfder tijd in de Groote Zaal in de gelegenheid met een uit ruim 60 jongens en meisjes bestaand Tsjechisch koor onder leiding van Miloslav Disman kennis te maken.
In bonte afwisseling volgden elkaar volksliederen, dansen en sketches op, die met veel verve en frisch gezongen in Tsjechische kleederdracht werden uitgevoerd. Het grootendeels jeugdige Amsterdamsche publiek amuseerde zich kostelijk en gaf door enthousiaste bijvalsbetuigingen zijn instemming duidelijk te kennen.
Wij hopen dat de ondervoede Tsjechische jeugd, aan wie de baten van dit concert ten goede komt, spoedig haar gezondheid zal herkrijgen.
LEX VAN DELDEN