Categorieën
Het Parool

Twee Kerstconcerten

Concertgebouworkest

Dat men verzuimd heeft aan een cultureel zoo belangrijke instelling als het Concertgebouworkest een goeden tweeden dirigent te verbinden, is een zeer groote fout.

Het orkest, dat toch waarlijk wel bewezen heeft uitstekende resultaten te kunnen bereiken, schijnt als gevolg hiervan thans in een impasse te verkeeren die nog versterkt wordt door het incidenteele optreden van steeds weer nieuwe gastdirigenten.

Zoo kon het gebeuren, dat de Kerstmatinée, welke Donderdagmiddag nu eens door Ignace Neumark in de volle Groote Zaal gedirigeerd werd, orkestspel opleverde, dat, behalve een voorzichtige matheid, vooral grofheid en vele schommelingen vertoonde.

Weber’s ouverture “Oberon” leed sterk aan deze euvels en in het vioolconcert van Dworsjak (de spelling komt op rekening van het programmaboekje) mocht men van geluk spreken, dat nóg ernstiger gevolgen uitbleven. De violist Jan Keessen speelde de solopartij met mooien toon, maar zonder de Slavische allure, die het toch al niet bijster sterke werk den noodigen glans moest verleenen.

Na de pauze was Neumark in Tsjaikofsky’s vijfde symphonie kennelijk beter op dreef, zoodat het publiek, dat dit vertrouwde programma gemakkelijk kon verorberen, in een enthousiaste Kerststemming huiswaarts kon keren.

LEX VAN DELDEN