Dat Paul Abraham’s wel zeer matige operette “Victoria en haar Huzaar” Zaterdagavond in het volle Carré te Amsterdam een fleurige vertooning kreeg, moet in de eerste plaats worden toegeschreven aan de bezielende leiding van den dirigent Julius Susan, die in zijn orkest een discipline en homogeniteit wist te bewerkstelligen, welke men bij operette-uitvoeringen hier te lande zelden aantreft.
Susan voerde met vaste, uitermate geestdriftige hand de “Operettezangers” langs vele moeilijke klippen. Het resultaat was een alleszins aanvaardbaar geheel, waarbij de smaakvolle regie van Johan Boskamp voor een prettig tooneelbeeld gezorgd had.
Van de vele medewerkenden troffen vooral Truce Speijck, Mary v. d. Berg, Johan Boskamp en Rens van Dorth door het feit, dat zij – behalve zangkwaliteiten – tevens acteurstalent bleken te bezitten.
LEX VAN DELDEN