Orkest zag zich gedwongen het podium te verlaten
Verdi’s Requiem ging niet door – Twee en zestig musici ontslagen
(Van onze muziekredacteur)
Het Concertgebouworkest, terecht als Nederlands nationale cultuurdrager beschouwd, heeft zich gistermiddag in een niet geheel, maar toch nagenoeg gevulde grote Concertgebouwzaal gedwongen gezien, het podium te verlaten, toen een uit het hart wellende demonstratie was ontstaan, nadat Paul van Kempen voor het orkest had plaatsgenomen om Verdi’s Requiem te dirigeren. En toen drie kwartier later, na een periode van besprekingen tussen orkest en bestuur van de N.V. Het Concertgebouw, werd meegedeeld, dat het concert niet kon doorgaan, omdat – zoals werd gezegd – “enkele leden van het orkest” weigerden te spelen, was het einde gekomen aan een reeks van gebeurtenissen, die Zaterdagavond tijdens het Buitengewoon Concert waren begonnen en door velen met nauwelijks bedwongen ontroering zijn ondergaan.
Het Concertgebouwbestuur heeft “de enig mogelijke consequentie getrokken, die aan dienstweigering verbonden kan zijn.” Een ontslag dus aan de 62 musici die weigeren te spelen. Inmiddels is er een comité voor sympathie aan het Concertgebouworkest gevormd, en 75 orkestleden hebben zich solidair verklaard.
Het begin van deze ontwikkeling – Zondagmiddag – was de opkomst van Paul van Kempen, die om half drie — behalve door applaus en een opstaand Toonkunstkoor – werd ontvangen met een uit de zaal komende uitroep: Weg met Van Kempen! Dit luidde een indrukwekkende demonstratie in, die bestond uit luid applaus, hoera-geroep, gefluit, geknal van klappistolen. In enkele ogenblikken was een zo oorverdovend lawaai ontstaan, dat het voor het duidelijk reeds uiterst nerveuze orkest volstrekt onmogelijk was op te treden. Het deed, op een vijftiental musici na, het enige mogelijke en verdween onder luid applaus van het podium. Naar ik vernam zijn twee orkestleden ten gevolge van de emoties flauw gevallen.
De vier solisten Corrie Bijster, Elsa Cavelti, Chris Scheffer en Arnold van Mill, en het Toonkunstkoor – voor zover aanwezig – bleven op hun plaatsen. En ook Paul van Kempen bleef zijn plaats op het dirigeerpodium innemen, bewegingloos en zonder merkbare tekenen van enige reactie.
Inmiddels hadden rechercheurs reeds enkele manifesterenden de zaal uitgeleid; desondanks bleef het onrustig en zag men af en toe enkele bezoekers tot handtastelijkheden overgaan. Vrijwel iedereen was toen gaan staan; sommige aanwezigen en zelfs de mannelijke solisten, Scheffer en Van Mill, wezen de rechercheurs personen aan die naar hun mening hadden gedemonstreerd.
De kreet: Nazihonden! lokte daarna nog enig applaus uit, en het zag er naar uit dat ook mensen werden weggevoerd die in het geheel niet aan de demonstratie hadden deelgenomen. Al die tijd bleef Paul van Kempen op het podium staan.
Om ongeveer tien minuten voor drie kwam de stem van mr. J. W. de Jong Schouwenburg, vice-voorzitter van de Raad van Bestuur van de N.V. Het Concertgebouw, door de microfoon een mededeling doen: Dames en heren, het bestuur van het Concertgebouw verzoekt u beleefd allen uw plaatsen in te blijven nemen. Er zullen thans besprekingen worden gevoerd met het orkest om te zien of het, zoals het behoort, het Requiem van Verdi onder Paul van Kempen wil spelen.
Na die mededeling wachtte men rustig, doch in merkbare spanning het verdere verloop der gebeurtenissen af. Vóór de loge van het bestuur der N.V. zag men bestuursleden en mr. Guillaume Landré, secretaris van de Voorlopige Raad voor de Kunst, heen en weer lopen en na enige ogenblikken kwam de secretaris van het bestuur der N.V., mr. N. J. C. M. Kappeyne van de Coppello, het trapje af naar het podium waar hij met Paul van Kempen enige woorden wisselde. Waarna de dirigent ging zitten.
Opvallend was alleen nog dat om drie uur vijf Elsa Cavelti zich door een suppoost een bontmantel liet omhangen. Daarna behoefde men nog slechts tot ongeveer tien minuten over drie te wachten. Want toen klonk dan eindelijk weer een stem door de microfoon:
Dames en heren, het bestuur van het Concertgebouw moet u met leedwezen meedelen dat enkele leden van het orkest niet wensen te spelen. Het concert wordt tot een nadere datum uitgesteld. Zo ongeveer luidde de tekst.
Dat “enkele leden van het orkest” was wel wat aan de optimistische kant uitgedrukt, want een eenvoudig rekensommetje leert dat als van een orkest van ongeveer 75 man ongeveer 15 musici wél wensen te blijven zitten, er toch altijd nog zestig zijn die weigeren.
Zaterdagavond
Aan deze emotionele Zondagmiddag was een nog geladener Zaterdagavond voorafgegaan, die om kwart over acht inzette met een luide knal van een klappistool, toen Van Kempen het podium betrad. Zijn buiging naar de zaal was het sein tot een langdurig, luid en demonstratief applaus, waaraan dr. Rudolf Mengelberg, directeur van het Concertgebouw, vóór in de loge staande bijzonder enthousiast deelnam.
Vervolgens hoorde men weer luid geknal, vele malen achtereen, en zag men hoe rechercheurs demonstrerenden wegleidden. Daarna: stilte, gevolgd door gekuch en gehoest. Plotseling een mannenstem, die het Horst Wessellied aanheft. Rechercheurs verwijderen hem. Tien minuten duurt die onrust.
Dan heft Van Kempen, die al die tijd voor het orkest is blijven staan, de dirigeerstok. De eerste maten van Verdi’s Dodenmis weerklinken. Tijdens deze muziek hoort men nog een knal. Het hoesten duurt voort.
Na het tweede deel een zeer harde knal, gevolgd door het luidruchtige vallen van een lessenaar in het orkest. De musici worden merkbaar nerveus. Onder deze omstandigheden alleszins verklaarbaar. Weer doen enkele scherpe knallen de aanwezigen opschrikken. Dan, plotseling, staat na het tweede deel in de zaal een dame op die schreeuwt: Herr Von Kempen, zurück in die Heimat!
Hevig gefluit is er de reactie op, en weer worden enkelen – na enig handgemeen – uit de zaal verwijderd. Na veel gehoest kan het derde deel eindelijk beginnen. Na enkele maten wéér een luide knal.
Zo is de sfeer waarin Verdi’s Dodenmis tot klinken komt. Dan, vóór het zevende deel, een kreet: Ga naar je Heimat terug!
In de Blauwe Zaal
Boven, op de balcons, vooral in de buurt van de Blauwe Zaal, is de onrust niet minder duidelijk. Reeds in het begin hoort men er onophoudelijk knallen. Om 8 uur 45 gaat er eensklaps het licht uit. Na enige tijd maakt traangas het een aantal bezoekers onmogelijk te blijven zitten. Enkelen worden door rechercheurs verwijderd. In de gang wordt iemand er met een gummistok verder uitgewerkt.
Een heer die meent een demonstrant te kunnen aanwijzen, moet zelf vertrekken, als blijkt dat een flesje traangas vlak bij hem staat. Later mag een klein deel van het publiek in de Blauwe Zaal terugkeren, onder strenge bewaking.
Als de laatste tonen van het Requiem hebben geklonken, barst een oorverdovend, minutenlang durend applaus los. Van Kempen betrekt de heer Cleuver, repetitor van het Toonkunstkoor, in de hulde, de voorzitter van dat koor, de heer C. J. A. C. van der Bilt komt de dirigent bloemen aanbieden. Tijdens het applaus en het gejuich hoort men nog een luide knal.
Géén Volksconcert
Men zal zich afvragen hoe het te verklaren is dat ondanks zó duidelijke protesten Van Kempen Zaterdagavond toch zoveel demonstratief applaus in ontvangst kon nemen. De verklaring is vrij eenvoudig: het Concertgebouwbestuur had het bezoek namelijk georganiseerd en was afgeweken van de gewoonte de helft van het aantal toegangsbewijzen voor dit Buitengewoon Concert (andere naam voor Volksconcert) aan de vakbonden te verkopen, en de andere helft aan de kassa’s.
Het is mij bekend dat de vakbonden geen enkele toegangskaart hebben gekregen. Het Concertgebouw heeft de medewerkende leden van het Toonkunstkoor de gelegenheid geboden zelf kaarten te kopen. Op deze wijze was men reeds enige dagen te voren verzekerd van een zó groot “vertrouwd” publiek dat alleen daarmee al vrijwel de gehele benedenzaal gevuld was.
Een vrij gering aantal kaarten is daarna nog aan de kassa’s verkocht. De bordjes “Uitverkocht” aan de uitgang van de zaal gaven bepaald niet de werkelijke situatie weer: want alle podiumplaatsen waren open gehouden.
Volgens inlichtingen van de politie zijn Zaterdagavond 25 personen uit de zaal verwijderd. Zij zijn na verhoor vrijgelaten.