(Van onze muziekredacteur)
Op 11 Januari wordt in Amsterdam het eerste ontspanningsconcert in lunchtijd gegeven. Dit gebeurt in Krasnapolsky, waar George van Renesse van 1.10 uur tot 1.50 uur een Chopin-recital geeft voor het personeel van de grote bedrijven. Burgemeester d’Ailly zal het concert inleiden en Van Renesse licht wat hij speelt, toe.
Het wordt het begin van een reeks, tegen zeer lage prijs toegankelijke, concerten, welke onder auspiciën staan van de Nederlandse Kunstorganisatie “Stichting Duinrell” te Den Haag. Deze instelling, die Nederlandse kunstenaars laat optreden met de garantie van een honorarium – dus zonder de risico’s van het normale concerteren onder auspiciën van een impresario -, werkt thans vier jaar. Haar idealistisch streven is niet onopgemerkt gebleven: vorig jaar kreeg zij regeringssteun.
Men meent dat de ontspanningsconcerten in een andere behoefte voorzien dan de gewone avondconcerten: ze zullen een stimulans bij het werk zijn voor hen die ze bezoeken. Bovendien hoopt men er een groter publiek mee te kweken voor het gangbare concertleven. Men baseert die verwachting op de bijzonder gunstige resultaten der pauzeconcerten welke Den Haag en Rotterdam reeds enige tijd kennen.
Eens in de 14 dagen wil men in Kras die recitals organiseren; na het eerste concert treden dan op: Gerard Hengeveld (piano), Joh. Feltkamp (fluit), Roos Boelsma, Laurens Bogtman (zang), Georgette Hagedoorn (voordracht), het Röntgenkwartet en de pianist Henk Lagendaal.
Er bestaan ook plannen dergelijke concerten aan de overkant van het IJ te geven; dat zal dan in de bedrijven zelf moeten gebeuren.
Men mag deze poging met meer dan gewone belangstelling tegemoet zien: zowel om het sociale en culturele belang van de concerten zelf als om het onbaatzuchtige, alleszins toe te juichen idealisme van de “Stichting Duinrell”.