Categorieën
Het Parool

Kathleen Ferrier’s zangkunst bracht publiek tot opwinding

Dat Kathleen Ferrier met haar indrukwekkende zangkunst gisteravond de leden van de Amsterdamse Kunstkring “Voor Allen” in de stampvolle grote Concertgebouwzaal tot geestdrift heeft gebracht, – daarmee is de werkelijkheid volstrekt ontoereikend geschetst. Want het publiek raakte af en toe zo buiten zichzelf van opwinding dat het zijn applaus vaak op bijzonder slecht gekozen momenten de zaal in deed klateren: tussen liederen bijvoorbeeld, welke samen een geheel vormen gelijk dat bij Brahms’ “Vier ernste Gesänge” het geval is.

Men kent Kathleen Ferrier’s unieke altstem; en men hoorde de natuurlijkheid er van, de als bij intuïtie juiste expressie van aria’s van Händel. In liederen van Schubert moesten dramatische effecten, welke eerder in theaterkunst als opera thuishoren, worden aangewend om deze voor kamermuziek tè grote ruimte te kunnen overmeesteren. Dat gelukte wonderwel en het resultaat was bepaald indrukwekkend, al was het dan geen ideale Schubert meer. Maar die hoort dan ook in de Kleine Zaal thuis.

Brahms daarentegen kreeg volmaakt gestalte, op bijna moeiteloze wijze, en na vier Engelse liederen moesten uiteraard toegiften volgen: Engelse volksliedjes, waarmee Kathleen Ferrier het publiek bepaald tot een weinig Hollandse ongedwongenheid bracht. Gerald Moore begeleidde haar nogal krachtdadig.

LEX VAN DELDEN