“MUZIKALE OMMEGANG”, waarvan onder redactie van G. van Ravenzwaaij inmiddels een tweede druk is verschenen bij de Nederlandse Keurboekerij N.V. te Amsterdam, kan men het best beschouwen als een encyclopaedie over componisten en hun werk. Het geeft een uitgebreide hoeveelheid gegevens over deze materie, behandeld door musicologen en componisten. De Nederlandse componisten schreven over hun werk zelf.
Vooral voor de muziekliefhebber, die wat meer wil weten over een bepaald werk voor hij het gaat horen, is dit uitnemend uitgegeven boek van veel waarde. Hij zal bijna steeds het antwoord vinden op eventuele vragen. Natuurlijk zijn er wel enkele bezwaren, hoe kan het anders bij een werk van een dergelijke opzet en omvang (meer dan 900 pagina’s!). Zo is het jammer dat de redacteur zelf een artikel schreef over “Luisteren naar muziek”, dat weinig geslaagd is. En bijzonder vreemd is het, dat bijvoorbeeld aan Badings en Koetsier resp. 12 en 5 pagina’s werden gewijd, terwijl Pijper, Bartók en Schönberg slechts 3, 9 en 3 bladzijden werden toegemeten.
Maar als geheel een naslagwerk, dat iedere concertbezoeker behoort te bezitten. Prijs f 19.50.
L. V. D.