Categorieën
Het Parool

Arnold Schönberg wordt 75 jaar

(Van onze muziekredacteur)
Arnold Schönberg wordt Dinsdag, 13 September, 75 jaar. Schönberg, de componist, maar vooral de theoreticus, zal die dag door velen worden gehuldigd, men zal zijn werk uitvoeren, herdenkingsredes uitspreken, kortom, Schönberg is wat men pleegt te noemen: een bekend man geworden. Voor het zover was, heeft hij heel wat moeten trotseren, onbegrip, verguizing, en zelfs is zijn kunst na 1933 in Duitsland, waar hij zovele jaren had gewerkt, “ontaard” geworden.

In 1874 in Wenen geboren, kreeg hij al vroeg een muziekopleiding: viool en cello waren zijn instrumenten en weldra begon hij te componeren. Lange tijd kon hij zich slechts in leven houden door duizenden pagina’s te orkestreren van theatermuziek van anderen. Het gerucht gaat zelfs, dat een aanzienlijk deel van Franz Lehár’s operette’s door Schönberg is geïnstrumenteerd.

Zijn eerste grote werken, “Verklärte Nacht” (1899) en de gigantische “Gurre-Lieder” (1900-1911), die duidelijk de invloed van Wagner verraden, bezorgden hem bekendheid en het waren toen vooral Richard Strauss en Mahler, die hem steunden.

In de jaren vóór de eerste wereldoorlog begon hij zijn revolutionnaire theorieën te ontwikkelen, die tot het twaalftoons-systeem leidden. De “atonaliteit” ontstond. Zijn meesterwerk, in deze techniek geschreven, is nog steeds “Pierrot Lunaire” voor spreekstem met enkele instrumenten.

De stijl van zijn werken is expressionistisch: krampachtige gevoelsontladingen zijn schering en inslag, angststemmingen, sombere huiveringwekkende momenten overheersen. In de laatste jaren, tijdens zijn verblijf in Amerika, waarheen hij in 1933 uitweek, is zijn werk “menselijker” geworden, maar zijn theorieën heeft hij nimmer verloochend. Schönberg is ook in dit opzicht een persoonlijkheid van grote allure gebleven: nooit heeft hij ook maar één stap achteruit gezet op de eenmaal door hem ingeslagen weg.

Zijn bekendste leerlingen waren Anton Webern en Alban Berg en vooral in de laatste tijd, in de jaren na 1945, heeft zijn systeem vele navolgers gevonden in Frankrijk en Duitsland.

Ondanks het geniale van zijn vindingen heeft toch zijn oeuvre weinig weerklank gevonden bij het grote publiek. Daarvoor is deze compositietechniek te weinig spontaan, te star. De voorstanders van de twaalftoonstechniek verdedigen het systeem door er op te wijzen, dat, ondanks die abstracte techniek, bij een groot musicus toch een diepe muzikale expressie mogelijk is. Wat inderdaad bij uitzondering is voorgekomen! Men denke slechts aan Alban Berg’s Vioolconcert.

Als componist, als theoreticus kent men Schönberg; maar ook op andere gebieden heeft hij zich bewogen. Hij heeft nl. een aantal niet onverdienstelijke schilderijen gemaakt en ook daarin toont hij zich op en top een expressionist, sterk onder invloed van Kandinsky.