Categorieën
Het Parool

Johannes Passie in het Concertgebouw

Van Bach’s beide nog bestaande passies: de Johannes- en de Mattheus-Passie, is de laatste het bekendst geworden. Of dit te recht is gebeurd, laat ik in het midden. Begrijpelijk is het stellig. Dat heeft de uitvoering, die de Koninklijke Christelijke Oratorium Vereniging van de Johannes-passie Woensdagavond in de volle grote Concertgebouwzaal van Amsterdam gaf, duidelijk aangetoond.

Want Bach’s passie naar het evangelie van Johannes bezit een dramatiek, die aanmerkelijk minder direct aanspreekt dan de Mattheus-Passie. De oorzaak hiervan moet men zoeken in de tekst. Johannes was een visser, Mattheus een tollenaar. Het evangelie van de eerste is daardoor onbehouwener van taal en vorm, boerser dan die van de tweede. De rest van de tekst, die door Brockes is geschreven, is eveneens bepaald onhandiger dan die van de Mattheus-Passie, waarvoor Picander zorgde.

Niettemin: ook de Johannes-Passie is een meesterwerk, misschien zelfs religieuzer, devoter, ingetogener dan de Mattheus-Passie.

André Rieu dirigeerde het geheel beheerst, maar wat vlak. Zo klonk het koor dan ook wat grof en weinig genuanceerd, evenals de instrumentale begeleiding van het Utrechts Stedelijk Orkest. Voortreffelijk, zowel vocaal als dramatisch, was Han le Fèvre als Evangelist. Hem ook de andere tenorpartijen te laten zingen, leek mij onjuist. Hiervoor moet bepaald een tweede tenor worden gebruikt.

Ernst Bjelke als Christus was niet overtuigend. Dat hij consequent door het orgel (Meindert Boekel) werd begeleid, was zeer aannemelijk. De overige solisten, Corrie Bijster, Roos Boelsma, Henk Driessen, voldeden allen.

Slechts het eerste deel heb ik gehoord; na de pauze was ik in de Kleine Zaal, waar de pianiste Delia Calapai een sinfonia introduceerde van de jeugdige Amerikaanse componiste Dika Newlin. Een werk, waaruit talent sprak, dat echter nog ongeordend en oneconomisch wordt gebruikt. De expressionistische stijl er van, zoals die in het Duitsland van na 1900 gemeengoed was, kon mij maar matig bekoren.

De pianiste bleek wel muzikaliteit te bezitten, maar technisch schoot zij in alle opzichten te kort. Haar spel was grof, onbeheerst en onduidelijk door een overmatig pedaalgebruik.

LEX VAN DELDEN