een merkwaardige piano
(Van onze muziekredacteur)
OMSTREEKS 1800 waren allerlei merkwaardige soorten piano’s in de mode. Eén er van was de giraffenvleugel, die evenals de moderne vleugelpiano de vorm van een harp bezat. Maar die harp stond rechtop, lag dus niet horizontaal, zoals tegenwoordig het geval is. Zo een giraffenvleugel troffen wij onlangs aan in de toonzalen van de Amsterdamse pianohandel Goldschmeding en wij drukken er hierbij een reproductie van af.
Het is een bijzonder fraai exemplaar, uitgevoerd in diep-rood mahoniehout, dat ingelegd is met koperen versieringen. Vergeleken met onze hedendaagse vleugel neemt hij aanmerkelijk minder ruimte in. Maar wat het meeste opvalt zijn de zes pedalen, die “steppen”, zoals een Amsterdams lieverdje ze eens zo uiterst kenmerkend en afdoende omschreef.
Die “steppen” dan zorgden ten dele voor imitaties van enkele orkestinstrumenten; een drietal had dezelfde functie als bij de moderne vleugels: een “hard”, een “zacht” en een “zeer zacht” pedaal. De overige drie imiteerden waarschijnlijk de fagot, de trom en de zgn. Janitscharenmuziek, die het geluid produceerde van pauken, klokken, schellen en bekkens.
Men denke overigens niet, dat de giraffenvleugel het enige curiosum is van de reeks instrumenten in de ontwikkelingsgang van de piano. Zo bestond er bijvoorbeeld een “klein hamerklavier in naaikistje”, een volledig uitgerust naaikistje met vakjes voor spelden, naalden, garen, dat een kleine ingebouwde piano bezat met een omvang van ruim drie octaven.
Ten slotte nog: grote vleugelpiano’s, die, als men ze dicht sloeg, een theetafel of bureau bleken te zijn.