Categorieën
Het Parool

De zwarte schijf draait weer!

Voor elk wat wils

EINDELIJK is het dan weer mogelijk grammofoonplaten te verkrijgen, zij het ook met enige moeite. Want, zag men voor de oorlog een groot aantal maatschappijen vertegenwoordigd, op het ogenblik is “Decca” vrijwel heer en meester.

Het nog schaarse materiaal is helaas niet erg gelukkig gebruikt. Van de beschikbare platen wordt meer dan 60% ingenomen door lichte amusementsmuziek. Op zichzelf hoeft dit nog geen bezwaar te zijn. Maar als men weet, dat hierbij opnamen zijn gemaakt van een Larghetto van Händel en een melodie van Gluck in vrij ongelukkige bewerkingen voor viool en orgel(!), als men verder bedenkt, dat vele platen bestemd zijn aan nogal sentimentele en slecht uitgevoerde dansmuziek, dan zal het ieder duidelijk zijn, dat men het materiaal zeker economischer had kunnen gebruiken.

De maatschappijen weten echter blijkbaar zeer goed, wat verkoopbaar is en wat niet. Commerciële factoren bepalen waarschijnlijk de verdeling van het repertoire over het aantal te maken opnamen. Dat is jammer en niet nodig. Want het is zeer goed mogelijk oorspronkelijke, uitstekende lichte muziek op de plaat vast te leggen. Amusementsensembles zijn er vele, de keuze is misschien niet gemakkelijk, maar in ieder geval beter te doen dan zijn toevlucht te nemen tot bovengenoemde bewerkingen. Enkele goede opnamen bewijzen dit duidelijk.

Licht . . . .

Om te beginnen is daar een perfecte opname van Louis Armstrong met twee foxtrots. (Decca BM 03595). Zowel in “Jodie man” als in “I wonder” zingt Armstrong schor en enthousiast als altijd en kunnen de jazzliefhebbers van zijn prachtige trompetsoli genieten.

Goede amusementsmuziek wordt ook ten beste gegeven door het BBC-theaterorkest onder leiding van Stanford Robinson, dat een charmante “Valse serenade” van de dirigent uitvoert en een aardige bewerking van de populaire mars “The British Grenadiers” (Decca X10011).

De Ramblers onder Theo Uden Masman laten hun supporters mede genieten van een wilde bui in “Hey-Ba-ba-re-bob”, een abacadabra, dat moeilijk nader te omschrijven valt en waarin Ferry Barendse moeite doet een negerzanger te imiteren. (Decca M32162). Aan de andere zijde stelt Marcel Thielemans een Franse chansonnier voor in “Joupi joup-la-la”.

Van het klassieke repertoire geeft het Concertgebouworkest onder Van Beinum’s beproefde, alom bekende leiding een acoustisch voortreffelijke verklanking van de tweede Leonore-ouverture van Ludwig van Beethoven (Decca X 10028 en X 10029).

In het tweede pianoconcert van Saint-Saëns speelt Moura Lympany de brillante pianopartij zeer virtuoos doch komt tegen de uitstekende orkestklank van het Nationale Symphonie-Orkest onder leiding van Warwick Braithwaite wel wat erg sterk uit (Decca X 10017 – X 10016).

Een zeer goede opname werd tenslotte gemaakt van Schubert’s achtste symphonie, de “onvoltooide”, door hetzelfde Nationale Symphonie-Orkest, ditmaal door Anatole Fistoulari gedirigeerd (Decca X 10014 – X 10016). Een normale, tot cliché geworden uitvoering, met de bekende romantische overgevoeligheden, maar mooi van klank, afgezien van het vrij sterke krassen.

LEX VAN DELDEN