Categorieën
Het Parool

Volksconcert

Liszt’s tweede pianoconcert neemt in de geschiedenis van de pianotechniek een belangrijke plaats in. Het gebruik van de piano als “slagwerk”, als hamer-instrument, is hier reeds ver ontwikkeld. Een volgende generatie, met name Bartok en Pijper, zou hiervan de uiterste consequenties trekken.

Cor de Groot, die Zaterdagavond in het Amsterdamsche concertgebouw de solist was op het volksconcert, hield er een enthousiast pleidooi voor en Van Beinum liet het orkest een goed-klinkende, zij het wat onevenwichtige partij spelen. Desondanks vermocht het muzikaal sterk verouderde werk niet bijzonder boeien.

Met een brillante uitvoering van Wagenaar’s ouverture “De getemde feeks” was het concert geopend. Besloten werd met Sjeherazade van Rimski-Korsakow, waarin, afgezien van een zwak begin van het koper, dat soms achteraan kwam, de vele solo’s in een kleurige en gespannen omraming kwamen te staan.

LEX VAN DELDEN