Categorieën
Het Parool

Liederenavond Bodi Rapp

Allereerst een bijzonder woord van lof voor het voorbeeldig samengestelde programma, dat Bodi Rapp en Felix de Nobel ons voorzetten: voor de pauze twee groepen liederen van Schubert en Wolf; er na vier groepen, respectievelijk van Ravel, waaronder het prachtige, met alle schoolsche theorie in strijd zijnde “Ronsard à son âme” (met de voortdurende kwintenparallellen), Jan Mul, Perleberg en Roussel. De drie Latijnsche minneliederen van Mul zijn goed voor de stem geschreven, dankbaar, doch niet zeer belangrijk, niettemin zeker de moeite waard. De liederen van Perleberg munten uit door gebrek aan originaliteit, zijn uiterst onbenullig, soms goedkoop en weinig vocaal geschreven

Bodi Rapp beschikt over een prachtige stem, die in alle registers bijna even fraai klinkt. Haar stemtechniek is zeer goed, schier volmaakt. Ondanks deze gunstige capaciteiten, liet zij een indruk van onbevredigdheid achter. Zij bewandelt nl. slechts den, in dit geval, niet steeds gulden middenweg op het gebied der expressie, kan daarvan niet afslaan naar zijwegen van uitersten, zoodat nooit een heftige geëmotioneerdheid of een verstikte teederheid ontstaat. De dramatische expressie en de lichte humor zijn zeker niet haar fort. Dat is jammer, aangezien wij vaak overtuigd werden door haar onmiskenbaar talent. Felix de Nobel begeleidde als steeds prachtig, vond altijd de juiste sfeer met zijn volmaakte muzikaliteit. De zeer volle Kleine Zaal was enthousiast en dwong de zangeres door veel bloemen en applaus een toegift af.

LEX VAN DELDEN