Categorieën
Het Parool

Nieuwe gramofoonopnamen van klassiek, jazz en chansons

Beethoven en Smetana, Ellington, Lys Gauty

U weet niet wat U Sint-Nicolaas voor cadeaux moet vragen? Voor muziekliefhebbers, die een gramofoon bezitten, is de zaak gauw opgelost. Men kan thans weer in ruimere mate gramofoonplaten kopen. En uit de opnamen, die “Decca” onlangs op de markt bracht, zult U zeker een keuze kunnen doen, want ze zijn bijna zonder uitzondering van de allerbeste kwaliteit.

Bij de klassieke werken vond ik Beethoven’s Zesde Symphonie (de pastorale) wel het mooiste, ten eerste omdat de uitvoering door het doorzichtige Londens Philharmonisch Orkest o.l.v. Erich Kleiber aan de allerhoogste eisen voldoet en ten tweede omdat de opname vrijwel ideaal is. Strijkers en blazers “komen” schitterend “door” en de verhouding tussen de verschillende orkestgroepen is volmaakt gerealiseerd. Het geheel bestaat uit tien plaatkanten (AK 1824-1828).

Ook in Brahms’ vioolconcert (AK 2055-2059, tien plaatkanten) is de orkestklank van het Concertgebouworkest onder Charles Münch uitstekend. Bovendien speelde Ossy Renardy de solopartij met krachtige, kloeke toon en bijzonder expressief.

Bezwaren: de viooltoon (die in de hoogte wat scherp gereproduceerd is) is te sterk ten opzichte van de orkestklank. In het eerste deel trof mij een te vroege inzet, in het tweede de voortreffelijke hobosolo (wat natuurlijk géén bezwaar is!).

Rimski-Korsakow’s “Sheherazade” was bij het Parijse Conservatoire Orkest in goede handen, al is de directie van Ernest Ansermet, hoe verzorgd ook, mij wel wat te precieus en onbewogen. Maar de vele solistische partijen worden virtuoos gespeeld en bijna even goed is de acoustische weergave (AK 1980-1985, twaalf plaatkanten).

Nog een bijzonder geslaagde opname is K 1667, waarop het BBC-Theater Orkest o.l.v. Walter Goehr aan de ene kant “De dans van de komedianten” speelde en aan de keerzijde de Polka uit Smetana’s “Verkaufte Braut”. Prachtig meeslepend orkestspel en, op enkele plekken na, een ideale opname.

“Klassieke jazz”

Ook op het gebied der jazz heeft de “Decca” uitstekend werk gedaan door enkele “klassieken” uit te brengen. Ronduit meesterlijk vond ik Bob Zurke’s pianosoli in twee opnamen van Bob Crosby’s orkest: de opwindende “Yancey Special” en “Honky Tonk Train Blues”, beide voorbeelden van de echte dixielandstijl (M 32549). En direct hierop volgt M 32548, die het King Cole Trio de gelegenheid bood “That ain’t right” en “Scotchin’ with the soda” te spelen. Ook hier prachtig pianospel, door Cole zelf, die ook de zangsolo verzorgt.

Kenmerkend voor Duke Ellington zijn “East St. Louis Toodle-Oo”, (zijn vroegere herkenningsmelodie) en “Rockin’ Chair”, kenmerkend om de merkwaardige, donkere achtergrond van koperen blaasinstrumenten (M 32645). Ellington is in deze opnamen niet op zijn allerbest, maar toch zijn ze zeer de moeite waard. Ella Fitzgerald, die ook haar sporen verdiend heeft in de jazz, zong met de Song Spinners “Tea leaves”, een vervelende, zoetelijke foxtrot. Aan de keerzijde: “You turned the tables on me”, dat veel beter is en aan de “echte” jazz doet denken (M 32567).

Chansons

Wie van het Franse chanson houdt, moet beslist plaat M 32581 kopen, waarop Lys Gauty een foxtrot (“L’oiseau bleu”) zingt en een wals (“Dis-moi pourquoi”). Een heel persoonlijke manier van zingen, zeer bezield en hartstochtelijk. Zij wordt uitstekend begeleid door een Nederlands orkest o.l.v. Gerard van Krevelen, dat veel beter is dan de beide Franse orkesten, die Lucienne Boyer ondersteunen op M 32532. Trouwens ook de zang van Lucienne Boyer is lang niet zo persoonlijk als die van Lys Gauty. Lucienne zong twee prettige Franse walsjes: “Amour” en “Prends-moi dans tes bras”.

De Decca liet nóg twee Nederlandse ensembles aan bod komen. In de eerste plaats het uitstekende kwartet van Sem Nijveen, dat een heel apart karakter demonstreert in “Kreuzer-Etude” en Khatsjatoerian’s “Sabeldans” (M 32601), virtuoos gearrangeerd en uitgevoerd. En in de tweede plaats het kwartet Jan Corduwener, dat ik in “Trifle” en “Bell Bottom Trousers” niet erg kon bewonderen. Het speelt conventioneel en saai in arrangementen, die even vervelend zijn (M 32673).

LEX VAN DELDEN

Categorieën
Het Parool

Twee mooie boeken over Mozart en Haydn

Er zijn twee mooie boeken verschenen over de beroemde componisten Mozart en Haydn, bij de uitgeverij “De Librije” in Haarlem. Twee Amerikanen, Opal Wheeler en Sybil Deucher schreven op een prettige, onopgesmukte manier over hun leven, hun reizen en hun werk en kinderen van een jaar of tien zullen er met plezier over lezen. Willy Leviticus verzorgde er een heel goede Nederlandse bewerking van.

Erg leuk zijn de vele tekeningen van Mary Greenwalt. De boeken kosten f 3.90 per deel.

L. V. D.

Categorieën
Het Parool

Mr. E. Cornelis directeur van Residentie Orkest?

(Van onze muziekredacteur)
Wij hebben gegronde redenen om aan te nemen, dat mr. Evert Cornelis, tot nu toe lid der directie van het Amsterdamse Concertgebouw, is benoemd tot directeur van het Residentie Orkest. Van de zijde van dit orkest kon men ons officieel geen bevestiging van dit bericht geven. Maar ontkennen deed men het evenmin.

Ook van de zijde van het Concertgebouw kon men ons geen inlichtingen verschaffen, daar zowel dr. K. Mengelberg als de heer Cornelis in het buitenland vertoeven.

Categorieën
Het Parool

Professor Van den Borren: “Muziek in de Nederlanden”

TOT nu toe is slechts het eerste van twee delen verschenen over de “Geschiedenis van de Muziek in de Nederlanden”, maar dat is al ruimschoots voldoende om onder de indruk te komen van de enorme kennis van zaken van de auteur prof. Dr. Charles van den Borren. Musicologen kennen prof. Van den Borren reeds jaren: hij is niet jong meer (17 November werd hij 75 jaar), was professor in de muziekgeschiedenis aan de Universiteit van Brussel en sinds 1920 bibliothecaris aan het conservatorium aldaar.

Een aanzienlijke hoeveelheid geschriften heeft hij op zijn naam staan, o.a. over Scarlatti, over César Franck, maar vooral over oude muziek, met name zijn werken over Lassus en Dufay gelden als de belangrijkste publicaties op dit gebied. Steeds schreef hij in het Frans, maar juist deze “Geschiedenis van de Muziek in de Nederlanden” liet hij, in een goede vertaling door een andere Belgische musicoloog van naam, dr. M. Boereboom, eerst in het Vlaams verschijnen.

Het is een ongemeen knap boek geworden, dat de evolutie van de muziek in de Nederlanden behandelt, al van vóór de 15de eeuw. Het hoofdstuk over de 15de eeuw, met als eerste genie Dufay (“Het grootste sieraad ter wereld” genoemd door een tijdgenoot) is bijzonder belangwekkend, omdat het duidelijker dan ooit tevoren de revolutionnaire groei van gothiek naar renaissance belicht. Een groei, die via grootmeesters als Ockeghem, Obrecht, Des Prez, loopt naar Willaert, Clemens non Papa, Lassus en Sweelinck.

Over al deze geniale figuren schrijft prof. Van den Borren en men heeft na lezing van dit eerste deel de stellige overtuiging, dat de schrijver alles, wat op dit gebied tot nu toe bekend is geworden, volledig beheerst met een meesterschap, dat niemand hem zou kunnen verbeteren. Menige misvatting wordt aan de kaak gesteld en zo geeft dit prachtige, in de eerste plaats voor vaklieden, maar daarnaast ook voor de belangstellende leek bedoelde, werk een volledig overzicht van de bloeitijd der Nederlandse muziek.

De Wereldbibliotheek N.V. Amsterdam-Antwerpen, die het f 17.50 kostende boek voortreffelijk uitgaf, heeft hiermee een belangrijk en niet te overschatten werk verricht.

LEX VAN DELDEN

Categorieën
Het Parool

De Wognummers zongen in Amsterdam

Het Wognums Zangkoor, destijds als de Wognummers alom bekend, liet zich gisteravond weer in Amsterdam horen: in een door de zendingsorganisatie “Meer voor Oost” georganiseerd concert in de Emmakerk aan de Middenweg. Een vergelijking met de vroegere prestaties en kwaliteit is mij onmogelijk, want ik hoorde het thans voor de eerste maal. En die kennismaking is mij eerlijk gezegd wat tegengevallen.

Wél bleek, dat men een grondige koorscholing heeft ondergaan, dat de koorleden voortreffelijk articuleren en een vrijwel volmaakt ensemble vormen. Maar de beheerste directie van de heer D. Saal Wzn. leek mij de oorzaak van de bezwaren, die ik tegen dit verzorgde zingen heb: het blijft steeds nogal afgemeten en keurig en biedt nauwelijks gelegenheid tot bewogenheid.

In heel dit programma met werken van o.a. Gabriëli, Dvorák, Bruckner en Diepenbrock kwam men nooit eens tot werkelijke bezieling, en dat wordt vervelend op den duur. De organist Piet van Egmond verleende zijn medewerking.

LEX VAN DELDEN

Categorieën
Het Parool

Julius Patzak naar ons land

(Van onze muziekredacteur)
De vermaarde zanger Julius Patzak, die aan de Weense Staatsopera is verbonden, komt van 11 tot 20 December in ons land optreden. Niet alle concerten staan al vast, maar wel kan reeds worden medegedeeld, dat hij op 12 December in Zeist een liederenavond geeft, 13 Dec. in Leeuwarden, 16 Dec. zingt hij als solist in Mahler’s “Lied von der Erde” met het Gelders Orkest in Arnhem, en 18 Dec. wordt deze uitvoering in Nijmegen herhaald.

Categorieën
Het Parool

Hoofdstad-Operette Modelopvoering van “Csárdásfürstin”

Amsterdam heeft Zaterdagavond in Carré geklapt, gestampt en geschreeuwd zelfs. En die uitbundige bijvalsbetuigingen betroffen de première in de hoofdstad van Kálmán’s charmante en muzikale operette “Die Csárdásfürstin”, in een modelopvoering door de Hoofdstad Operette, die met deze prachtige voorstelling overduidelijk aantoonde met recht de voortzetting te zijn van de vroegere Fritz Hirsch Operette.

Er werd hier een waarlijk schitterend geheel bereikt, waarin de solistische prestaties, hoe voortreffelijk ook, ondergeschikt waren aan een in alle opzichten volmaakt ingespeeld ensemble. Zo zien we in ons land zelden operette spelen, zulk een zwier en lichtheid, zulk een bijna Weense gratie en geestigheid zagen wij althans in jaren niet meer.

Ruth Rhoden (in de titelrol) en Hellena Rajewska, beiden goed zingend en charmant, Johan van der Zalm, vocaal uitmuntend en als acteur enorm vooruitgegaan, Paul Harden, met zijn bekwaam vakmanschap, zij en alle anderen waren beter dan ooit tevoren.

Maar wat de komieken Fritz Steiner en Otto Aurich (die voor een opmerkelijk fantasierijke regie zorg droeg) presteerden, is nauwelijks te beschrijven. Laat ik volstaan met te vermelden, dat er onbedaarlijk gelachen is om hun haast onuitputtelijke rijkdom aan allerzotste vondsten.

Julius Susan deed met zijn orkest wonderen en dat de voorstelling zulk een brille en vaart had, ligt voor een belangrijk deel stellig aan hem. Wie operette in optima forma wil zien, moet beslist naar Carré, dat vier weken lang deze voortreffelijke opvoering op zijn planken heeft.

LEX VAN DELDEN

Categorieën
Het Parool

Jubileumconcert van de NCRV in Concertgebouw

In aanwezigheid van talloze autoriteiten, onder wie de ministers Schokking en In ‘t Veld, vond gisteravond in de met bloemen versierde Grote Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw een jubileumconcert plaats ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de NCRV. Na een openingswoord van de voorzitter, mr. A. B. Roosjen speelde het Concertgebouworkest o.l.v. Van Beinum Beethoven’s ouverture “Egmont”.

En daarna kwam het pièce de résistance van deze avond, de “Symphonia sacra super psalmos” van Ernest W. Mulder, een 35 minuten durende, driedelige symphonie, gebaseerd op psalmmelodieën. Veel woorden hoeven we er niet aan te wijden, daarvoor is dit pretentieuze werk te onbelangrijk. Geen enkele eigen noot kon ik er in ontdekken, wel veel Brahms en Rachmaninow, en vooral een banaal soort sentimentele Amerikaanse filmmuziek.

Het was overigens verbluffend, dat men bij zo gewijde melodieën als de psalmen toch zijn, een dergelijke goedkope, vervelende, lawaaierige en slecht klinkende muziek kon schrijven.

Na de pauze werd o.l.v. dr. Anthon van der Horst Bach’s “Magnificat” uitgevoerd, dat ik niet meer kon horen. Want in die tijd luisterde ik in de Kleine Zaal naar het verrassend trefzekere pianospel van Johan Verster (die niet kan zien). In enkele stukken van Debussy kon men de helderheid van zijn techniek bewonderen, maar bovendien leek mij, dat zijn poëtische, romantische natuur zich veeleer leent voor het vertolken van Chopin, die hij voor de pauze speelde en waarin hij waarschijnlijk tot zeer bijzondere prestaties is gekomen.

LEX VAN DELDEN

Categorieën
Het Parool

Zwitserse radio zendt de Roosevelt-symphonie van Nico van der Linden uit

(Van onze muziekredacteur)
Radio Genève gaat Nico van der Linden’s “Elegie”, een ééndelige symphonie ter nagedachtenis van wijlen president Roosevelt, op gramofoonplaten opnemen en begin 1950 uitzenden in een speciaal programma, dat aan de grote Amerikaanse staatsman zal zijn gewijd. Bovendien wordt het werk door alle andere Zwitserse zenders uitgezonden, o.a. door Beromünster, Monte Ceneri en Schwarzburg. Dat gebeurt via de kortegolfzenders, zodat heel Amerika er naar kan luisteren.

De uitvoering wordt verzorgd door het Orchestre de la Suisse Romande o.l.v. de dirigent Appia.

Nog een ander succes heeft de heer Van der Linden geboekt: hij is uitgenodigd om in Augustus 1950 met het Amsterdamse Postaal Mannenkoor “Kunst na Kracht” een concert in Bern te geven. Het koor zingt daar een programma, dat grotendeels zal bestaan uit Nederlandse a cappella-werken voor mannenkoor.

Categorieën
Het Parool

Borowski in Bachzaal

Voor een slechts half gevulde Bachzaal heeft gisteravond Alexander Borowski Amsterdam weer eens duidelijk getoond nog steeds een groot pianist te zijn. Vooral in enkele tot slot gespeelde Chopins, die met een virtuoze techniek en een indrin-gende expressie uitgevoerd, tot een toegift leidden.

“De eerste communie van de Maagd”, een werk van de in Frankrijk als profeet voor een nieuwe muziek beschouwde componist Messiaen kon ik ook ditmaal (het was geen eerste uitvoering, ook al kondigde het programma dit stuk als zodanig aan) niet bewonderen: een ver-velende, in de grond banale en zoetelijke kinderachtigheid. Hoe knap Borowski ook speelde, zijn opvatting van Bach leek mij bepaald onjuist: zó romantisch en zó vrij van voordracht mag men deze muziek niet uitvoeren. Beethoven’s Waldsteinso-nate verdroeg Borowski’s interpretatie aanmerkelijk beter en maakte dan ook diepe indruk.

LEX VAN DELDEN