Met een voorbeeldig concert heeft het 30-jarig GEWA-mannenkoor Zaterdagavond een bijna volle grote Concertgebouwzaal laten horen, dat de mannen van het Amsterdamse gemeente-energiebedrijf begrijpen hoe zij de koorzang het beste kunnen dienen.
Het programmadeel vóór de pauze was geheel aan Nederlandse werken gewijd: om te beginnen drie, door de dirigent Joep Schreurs voortreffelijk bewerkte, liederen uit de 80-jarige oorlog, waarvan vooral het eerste Valerius-lied bijzonder indrukwekkend was. Bovendien zong het koor o.a. Jac. Kort’s Nachtmuzikanten en de Fuga van Joep Schreurs: beide uitmuntende, van stijl persoonlijke werken.
Nà de pauze een al even onalledaagse, van durf en smaak getuigende keuze: een cantate van Mozart, het door en door Weense Ständchen van Schubert, waarin Annie Hermes de solopartij prachtig van expressie zong en Luctor Ponse voor een treffend eenvoudige pianobegeleiding zorgde. Tot slot hoorde men Haydn’s “Die Beredsamkeit”, een luchtige grap van onweerstaanbare charme.
Dat dit unieke programma voor een aanzienlijk deel aan Joep Schreurs te danken is, ligt voor de hand. Behalve hiervoor verdient hij ook lof voor de vaak onverbeterlijke manier waarop hij zijn zangers liet zingen. Klankkarakter, homogeniteit en uitspraak waren meestal van een uitzonderlijk hoog peil, en vooral Schubert’s Ständchen heeft mij bijzonder geboeid om de souplesse der koortechniek en de waarlijk verrassend gevarieerde en ontroerende expressie.
Annie Hermes liet in liederen van Badings haar mooie alt horen, en Luctor Ponse zijn grote pianistische kwaliteiten in stukken van Schubert en Schumann. Er waren bloemen voor de zangeres en een krans voor de dirigent. De avond was geopend door mr. W. H. L. Haitink, directeur van het G.E.B. en beschermheer van het koor. Wethouder mr. F. H. C. van Wijck woonde het concert bij.
LEX VAN DELDEN