Categorieën
Het Parool

Mila Wellerson, celliste van uitzonderlijk formaat

Volmaakte linkerhandtechniek, onovertrefbare stokvoering, toonvorming die tot de bloeiendste cantilenes in staat is, uitgesproken muzikaliteit – ziedaar eigenschappen, waarmee iedere cellist stellig naam zou kunnen maken. Het staat vast, dat Mila Wellerson, die gisteravond in de kleine Concertgebouwzaal van Amsterdam een cello-recital gaf, over al deze capaciteiten de beschikking heeft. In ruime mate zelfs. En zo werd men geconfronteerd met een instrumentaliste van volstrekt uitzonderlijk formaat.

Dat dit concert mij toch niet geheel bevredigde, moet dan ook vóór alles worden toegeschreven aan het teleurstellende programma. Het (onbekende) celloconcert in D van Boccherini waarmee de celliste haar recital opende, bleek een vaal, weinig-zeggend geval te zijn. Brahms’ sonate in e laat slechts de minst aantrekkelijke registers van het instrument aan het woord en Sjostakowitsj’ sonate in d is een verlengstuk van Brahms’ romantische gedachtenwereld, al dient te worden opgemerkt, dat zij gunstiger voor de cello is geschreven.

Na dit alles verwachtte men iets boeienders. Dat niet kwam; men kan immers moeilijk volhouden dat de virtuoze uitsmijters van Cassadó en Popper bijzonder imponerend zijn. Felix de Nobel begeleidde zoals men dat van hem kan verwachten.

LEX VAN DELDEN