(Van onze muziekredacteur)
“Of de VARA en NCRV juist handelden door de hoboïst Haakon Stotijn het optreden voor de Hilversumse microfoon in den vervolge te verbieden? Naar mijn mening stellig niet. Ik kan niet inzien wat de politieke overtuiging van Stotijn er in dit geval mee te maken heeft, het gaat hier immers niet om rechtstreekse politieke voorlichting, de man speelt voor de radio alleen maar hobo”. Dat is de mening van prof. dr. Jan Romein, met wie ik een gesprek had over bovenstaande kwestie, die nogal wat stof heeft doen opwaaien.
Mr. J. A. W. Burger heeft het standpunt van de VARA vorige week in Vrij Nederland toegelicht en uit die ingezonden brief kon men vernemen, dat men Stotijn niet meer voor de microfoon wenst te laten optreden wegens zijn deelneming aan de door communisten opgezette en geleide “vredescomité’s”. “Waarom mag Stotijn daaraan niet meewerken? Hij wil voor de vrede ijveren”, zet prof. Romein uiteen, “dat is zijn goed recht, zelfs al zou hij het mis hebben met de door hem gebruikte wegen. Daar komt nog bij, dat een omroepvereniging wel een particulier karakter draagt, maar in de practijk regeringssubsidie krijgt, waardoor zij deels een instelling wordt van de gemeenschap. En juist die laatste overweging heeft bij mij het vermoeden gewekt dat de tegen Stotijn genomen maatregel van hogerhand min of meer is geïnspireerd, en in ieder geval stilzwijgend is goedgekeurd. Ik zie daarin een van de bewijzen, dat men het Amerikaanse voorbeeld slaafs navolgt. Dat is onwaardig en onvrij”.
Aan de reeds geciteerde verklaring van de hand van mr. Burger ontlenen wij nog: “De massa der arbeiders ziet in de VARA een strijdmakker voor het democratisch socialisme en begeert haar vertrouwen in die omroep gepersonificeerd te zien en dientengevolge over te dragen aan de regelmatige medewerkers van die omroep.” Hoe denkt prof. Romein hierover?
“Wel, dat de massa de naam van Stotijn verbindt aan die vredesbewegingen, weiger ik aan te nemen”, zegt hij, “daarvoor zijn die acties te weinig bekend. En verder, heeft de practijk dan bewezen, dat de massa haar vertrouwen in de VARA geschokt ziet door het optreden van Stotijn? Met andere woorden, heeft de VARA over deze kwestie protestbrieven ontvangen? Ik vermoed van niet. Principieel gesproken lijkt mij de gevolgde gedragslijn volkomen fout. Want als de VARA inderdaad wil bereiken wat de heer Burger beweert, dan zou iedere medewerker politiek beoordeeld moeten worden. Aan het eind van deze weg staat een goed functionerend spionagesysteem en dan heeft men precies het tegenovergestelde bereikt van de democratische vrijheid, die men beweert zo vurig te willen handhaven.”
“Stotijn heeft blijkbaar het besef dat er iets gedaan moet worden om de kloof tussen West en Oost te overbruggen, om de vrede te bewaren”, meent prof. Romein, “en daarin staat hij waarlijk niet alleen. Een uitgebreide schare intellectuelen heeft van 28 Mei tot 4 Juni in Venetië het oprichtingscongres bijgewoond van de Société Européenne de la Culture, die hetzelfde wil. In het oprichtingscomité hebben vooraanstaande Europeanen zitting, het merendeel van hen is geen communist. Namen? Ik noem Ansermet, Barrault, prof. Karl Barth, Benda, Chagall, Cocteau, Connolly, Benedetto Croce, Duhamel, Gide, John B. Haldane, Honegger, Julian Huxley, Ibert, Jouvet, Malipiero, Thomas Mann, Mauriac, Laurence Olivier, Hermon Ould, Priestley, Salacrou, Sartre, Silone, en om enkele Nederlanders te vermelden: prof. Th. Locher, prof. G. van der Leeuw, prof. N. Donkersloot, prof. H. J. Pos, jhr. D. C. Roëll, dr. J. Suys, prof. W. F. Wertheim, Victor van Vriesland en Charles Eyck.
Ook ikzelf heb er zitting in en voor het uit te geven jaarboek heb ik een artikel geschreven. De Société laat eens per twee maanden een blad verschijnen, dat de titel “Comprendre” draagt. Uit dit alles ziet men dus, dat er inderdaad ook niet-communistische pogingen worden gedaan om de vrede te bewaren”, aldus prof. Romein.