Categorieën
Het Parool

“Kunst der Lage Landen” geopend

Koos van de Griend’s symphonie beleefde haar première

Jan Out dirigeerde Gelders Orkest

“Iedereen is er”, zei mij een van Nederlands bekendste componisten gisteravond in Musis Sacrum te Arnhem, waar het muziek- en toneelfeest “Kunst der Lage Landen” werd geopend met een orkestconcert onder auspiciën van “Maneto”. “En verder is er niemand”, liet hij er op volgen. Met die schijnbaar raadselachtige woorden sloeg hij de spijker op zijn kop, want inderdaad was de Nederlandse muziekwereld sterk vertegenwoordigd, dirigenten, componisten, velen waren er, iedereen. En behalve hen was er een verwaarloosbaar groepje belangstellenden, zo verwaarloosbaar weinig, dat men met enig recht van “niemand” mocht spreken.

Jammer, vooral jammer, omdat het initiatief tot dit Nederlandse kunstfeest van de Stichting “Sonsbeek ’49” stellig op meer belangstelling recht had, jammer ook omdat de symphonie van de enige maanden geleden gestorven Koos van de Griend haar première beleefde: een alleszins de aandacht verdienende gebeurtenis.

Die symphonie bleek een duidelijkbeeld te geven van de persoonlijkheid die Van de Griend geweest is. Een sterk geëmotioneerde muziek is het, die vooral in de heftig bewogen delen een grote overtuigingskracht ademt. Dat de componist zijn vak grondig beheerst, bewijzen met name het kernachtige, met rake invallen doorspekte eerste deel en de door een uiterst vernuftige en prachtig voorbereide climax frapperende finale.

Al dit geladen materiaal is in een strenge, volledig beheerste vorm gegoten en vooral hierdoor maakte het goed geïnstrumenteerde werk een sterke indruk. Het tweede en derde deel leken mij zwakker, maar dat komt in aanzienlijke mate op rekening van de niet juist gekozen tempi van dirigent Jan Out, die overigens een knappe prestatie leverde met zijn Gelders Orkest.

Daarvóór had men de Passacaille en Mars gehoord uit de muziek bij “De Vliegende Hollander” van Matthijs Vermeulen: een in wezen harmonisch gedachte muziek, overzichtelijker en minder gecompliceerd dan men van deze componist gewend is, maar met een nogal conventioneel verloop. Te lang ook en daardoor niet steeds boeiend. Het blijft overigens de vraag of het geheel beter kan klinken; in deze uitvoering was dat lang niet altijd het geval.

In Pijper’s toneelmuziek bij “De Storm” was Roos Boelsma (zang) de uitstekende soliste en Margot Broeders gaf haar beste krachten aan het harpconcert van Henri Zagwijn.

Burgemeester Chr. G. Matser had de avond met een korte toespraak geopend en onder de schaarse aanwezigen bevonden zich twee van de zes Parijse burgemeesters.

LEX VAN DELDEN