Categorieën
Het Parool

Lucie Bigelow Rosen gaf een merkwaardig thereminrecital

Verrassende reparaties en veel valse noten

Nooit heb ik een zo merkwaardig en aan verrassingen rijk recital bijgewoond als gisteravond in de kleine Concertgebouwzaal van Amsterdam, waar Lucie Bigelow Rosen kwam laten horen wat er zoal te halen is uit het electrische muziekinstrument, dat theremin heet. Over het principe van dit apparaat schreef ik onlangs reeds uitvoerig, een herhaling zal ik u besparen.

Wat die verrassingen betreft: al spoedig bleek, dat in de theremin wel eens iets kan breken, een lamp bijvoorbeeld. Er kwam een reparateur aan te pas en zelfs iemand uit het publiek moest een handje helpen. Dat herhaalde zich een keer of wat en de stemming werd er hoe langer hoe gemoedelijker op. Zo zelfs, dat het geheel ten slotte meer de indruk van een repetitie maakte dan van een concert. Eenmaal op dit punt aangeland, verbaasde het niemand meer, dat de onverstoorbare begeleider Ivor Newton zo nu en dan het verzoek kreeg op cijfer 2 of 3 van een bepaald stuk nog eens te beginnen.

Merkwaardig was verder dit concert in twee opzichten: ten eerste om het timbre van theremin, dat vrijwel voortdurend het midden hield tussen cello, saxophoon en trombone, ook al was het de bedoeling de menselijke stem, de viool en de cello te imiteren, gelijk het programma beloofde. En in de tweede plaats bleek de bespeelster een gehoor te bezitten, dat volslagen ontoereikend was om de theremin te bedienen. (Want het is het gehoor, dat de zuiverheid der tonen moet controleren). Zó onvoldoende functioneerde dat gehoor, dat er op de honderd geproduceerde klanken stellig niet meer dan tien zuiver waren.

Het was dan ook bijzonder verrassend te constateren hoe vals muziek te spelen is. Een dergelijke kwelling heb ik nimmer ondergaan. Daarbij kwam nog, dat de dynamische schakeringen dermate doordringend werden aangebracht, dat het leek of het voortgebrachte geluid afkomstig was van een in grote nood verkerend wezen. Bach, Roussel, Malipiero, Fauré waren er het slachtoffer van.

Na de pauze hoorde men oorspronkelijk voor de theremin geschreven werken, waarvan slechts Martinu’s Fantasie voor theremin, strijkkwartet, hobo en piano af en toe iets met muziek te maken had. Dat was dan met name het geval, als de theremin zweeg. Toch geloof ik, dat het instrument zelf aanmerkelijk geslaagder kan klinken, maar dan moet het worden bespeeld door iemand met betere oren, muzikaliteit en een gedegener techniek.

LEX VAN DELDEN