Categorieën
Het Parool

Residentie-Operette speelde “Mariandel aus Wien”

Om alle misverstand te voorkomen: de operette “Mariandel aus Wien”, waarvan de Residentie Operette gisteravond in de Kleine Komedie te Amsterdam de met de gebruikelijke bloemen opgesmukte première gaf, heeft niets te maken met de film “Mariandel”. Slechts één ding hebben zij gemeen: het liedje “Mariandel”, dat in deze uit allerlei melodieën bijeengelezen operette met handigheid is ingelast.

Men zag in deze bijzonder conventionele en alleronwaarschijnlijkste geschiedenis Friedl Dotza (van de oude Frits Hirsch operette) als gast in de titelrol: zij bleek nog niets van haar charme te hebben verloren, maar het zingen wil zo goed niet meer. Trouwens, dat verschijnsel deed zich ook bij anderen voor. Wouter Canoy, die als acteur wel voldeed, en Bert van Dongen bleven als zanger middelmatig.

Claire Clairy, Rob Milton en Joset Baar, zorgden voor enkele vermakelijke scènes en Gerard Müller toonde een goed typeur te zijn. De muzikale leiding was bij Herman Woustra in betrouwbare handen en voor de weinig opmerkelijke regie had men Paul Olmühl uit Wenen laten komen, waar hij aan het Raimundtheater is verbonden.

Het bevreemdde mij, dat men van de Duitse taal gebruik maakte (op soms onvoldoende wijze). Want het was juist de Residentie Operette, die bij haar oprichting meedeelde een geheel Nederlandse troep te willen zijn, die op Nederlandse tekst zou zingen.

LEX VAN DELDEN