Geslaagde avond op congres der Jeunesses Musicales
Het vierde congres van de “Fédération Internationale des Jeunesses Musicales” is dan Zaterdag in Den Haag begonnen. En na de officiële installatie, des ochtends in het Mauritshuis, is die eerste congresdag besloten met een avond in de Dalton-HBS aan de Aronskelk, waar de jeugd in het middelpunt stondvan het artistieke gebeuren.
Het is een verkwikkende avond geworden, hartverheffend, omdat hier leerlingen van middelbare scholen voor een uitvoering zorgden die zich door haar frisheid en natuurlijkheid zo verblijdend gunstig onderscheidde van de sleur van het dagelijkse concertleven.
Het begon met een voorstelling van Boutens’ gedicht “Beatrijs”, dat klaar en indrukwekkend eenvoudig werd gezegd, met de muziek van Alexander Voormolen, even klaar en puur op de piano gespeeld. En de tekst werd pantomimisch op het toneel geïllustreerd, zo natuurlijk en kinderlijk en met zoveel echte overgave, dat een uitzonderlijk gave vertoning werd bereikt, die niet naliet indruk te maken. Een dergelijke gemeenschapskunst, waaraan solistendom ten enenmale vreemd is, kan slechts bereikt worden door anonimiteit der executanten. Wat hier dan ook inderdaad het geval was.
Na de pauze volgde een demonstratie door interscholaire orkesten uit Rotterdam en Den Haag van enkele korte stukken, speciaal gecomponeerd voor schoolorkest door François Steenhuis, Sem Dresden en ondergetekende. Over de laatste kan ik uiteraard geen oordeel vellen. Wat de eerste twee bereikten met de soms verrassende combinaties van enkele strijkinstrumenten, blazers, piano en zeer uitgebreid slagwerk, was in alle opzichten geslaagd, fris en levendig, onconventioneel en voortdurend des kinds. Een belangrijke stap in een nieuwe richting, die in de toekomst voor het muziekonderwijs op de scholen van de allergrootste importantie kan worden.
LEX VAN DELDEN