Categorieën
Het Parool

Uniek musiceren door duo Salomon-Hall

Voor 1940 kende het concertleven slechts één vast viool-pianoduo: Goldberg-Kraus; in de oorlog viel het uiteen en sindsdien heeft geen ander ensemble hun plaats ingenomen. Ten minste, dat was zo tot voor korte tijd. Want enkele maanden geleden besloten de Nederlandse violist Herman Salomon en de Australische pianiste Elsie Hall een duo te vormen en Dinsdagavond heeft Amsterdam in de goed gevulde kleine Concertgebouwzaal er kennis mee kunnen maken.

Die kennismaking was een bijzonder grote verrassing. Want een ensemble van zulk uitzonderlijk formaat heb ik na Goldberg-Kraus nimmer meer gehoord. Salomon, wiens nieuwe Stradivarius men hier voor het eerste kon bewonderen, is een kamermuziekspeler van de allereerste rang, en Elsie Hall een uitnemend pianiste van ongewone technische en muzikale capaciteiten. Het is onbegrijpelijk, dat zij, die reeds jarenlang in alle muziekcentra optrad, voor Amsterdam totaal onbekend bleef.

Maar meer nog dan van het uitmuntende individuele spel van deze musici heeft men kunnen genieten van het unieke musiceren door een waar ensemble, dat slechts de pure schoonheid van de muziek nastreeft. Zo was het in sonates van Haydn, Henkemans en Mozart, zo was het vooral ook in Brahms’ Sonate opus 108, die een gans nieuwe gestalte kreeg, frisser, jeugdiger dan we gewend zijn.

Het publiek heeft dit verrassend onalledaagse en voortdurend bezielde spel ademloos ondergaan. Dat bewees het geestdriftige applaus aan het slot.

LEX VAN DELDEN