(Van onze muziekredacteur)
“Voorlopig ben ik voor twee jaar vast aan het Londens Philharmonisch Orkest verbonden”, zegt Eduard van Beinum. “Op 28 December vertrek ik met de boottrein naar Londen en daar blijf ik vijf maanden dirigeren. Alleen met Pasen kom ik even terug om de Mattheus Passie in het Concertgebouw te dirigeren.”
“Hoe mijn programma’s er uit zullen zien in Londen? Dat staat nog lang niet vast. Men kan daar als dirigent geen bokkesprongen maken; het is nl. een coöperatief orkest. En als men dan weet, dat wij in de Albert Hall spelen, een zaal voor 7000 mensen, waarvoor een hoge huurprijs moet worden betaald, dan begrijpt men al gauw dat het niet gemakkelijk is uit de opbrengsten van de concerten een orkest van honderd man te onderhouden. Er zijn ook geen abonnementen op de concerten; iedere bezoeker kan per concert een kaartje kopen, en zo blijft elk concert – financieel – een open vraag, ook al heeft men dit jaar, als enig Engels orkest, een subsidie gekregen van twee ton.
Zeker is, dat ik mijn concerten in Londen begin met een Beethoven-cyclus: alle symphonieën en het vioolconcert. Aan de negende werkt het Londens Philharmonisch Koor mee, een uitstekend ensemble van 400 zangers en zangeressen. Bovendien voer ik met dit koor Bach’s “Mattheus Passie” in de Engelse taal uit, voor het eerst in Engeland onverkort. En verder staat ook vast de uitvoering van Elgar’s “The Dream of Gerontius”.
Van Beinum vertelt, nauwkeurig en snel, veel interessante bijzonderheden. Zo heeft het dirigeren in Engeland dit voor op zijn werk hier, dat hij er gemiddeld slechts vier programma’s per maand moet voorbereiden. Ieder programma wordt nl. vier, soms vijf keer gegeven, ook in plaatsen buiten Londen. Bij elkaar dirigeert hij dus ongeveer achttien concerten per maand. Het staat vast, dat hij er ook Nederlandse werken dirigeert, maar wélke, dat is nog niet bekend.
“Ik heb groot respect voor de leden van het Concertgebouworkest “, zegt Van Beinum en hij zegt het met nadruk, “want wat zij presteren is werkelijk enorm. Bijna elke week één of twee premières heb ik met hen gegeven. En het is moeilijk goede, jonge musici te krijgen, want men kan in het buitenland of bij de radio meer verdienen. Vooral bij de radio zijn zo velen werkzaam, die wij eigenlijk moesten hebben……” Het is geen nieuw geluid, maar niettemin een bittere werkelijkheid.
2 Januari begint Van Beinum zijn repetities in Londen; men heeft er voor een huis gezorgd voor hem en zijn gezin. Onze beste wensen vergezellen hem.