Categorieën
Het Parool

Concertgebouw op Zondag

HET was weer de emotieloze, “objectieve” Bach, die men Zondagmiddag in de volle kleine Concertgebouwzaal van Amsterdam hoorde op de eerste van twee uitvoeringen, gewijd aan Bach’s concerten voor 2, 3 en 4 clavecymbels. Lady Susi Jeans, Eduard Müller, Hans Brandts Buys (alle drie clavecymbel), Hubert Barwahser (fluit), Jos de Clerck (viool) en de leden van het Amsterdams Kamermuziek Gezelschap mogen dan nóg zulk uitstekend verzorgd ensemblespel ten beste geven, maar men verwacht meer dan allen maar zwart-wit-effecten van luide en zachte klanken.

Zo bleef het geheel een bijna mechanische stroom van onbezielde noten. En zou dat nu Bach’s bedoeling zijn geweest? Ik waag het dit ten sterkste te betwijfelen.

Het tweede concert in deze serie vindt Dinsdagavond in de Bachzaal.

Brahms’ Händelvariaties en Liszt’s 6e Rhapsodie, ziedaar enkele nummers van het programma, dat de jonge Franse pianist Jean Stanislas Vigerie ‘s a-vonds in de Kleine Zaal uitvoerde. Hij bleek, zoals het programma reeds deed vermoeden, een zeer grote, virtuoze techniek te bezitten, die echter niet geheel trefzeker is en bovendien ongelijk ontwikkeld: legato (gebonden spel) scheen bij hem niet te bestaan.

Zijn op uiterlijk effect gerichte spel bleef – afgezien van die techniek – ver onder de maat. Want de onbeheerste manier, waarop Vigerie omsprong met de door de componist voorgeschreven voordrachtstekens, ging alle perken te buiten. Gevolg van zijn jeugd, of werkelijk gemis aan elk muzikaal begrip, – wie zal het zeggen?

Tegelijkertijd gaf het Concertgebouw Orkest in de Grote Zaal weer een “populair concert”; Hubert Barwahser oogstte een welverdiend succes met zijn prachtig spel in Mozart’s fluitconcert in D. De rest van het programma was hetzelfde als op het concert van Donderdag j.l.

LEX VAN DELDEN