(Van onze muziekredacteur)
Onlangs controleerde de douane aan de Belgisch-Nederlandse grens de pas van een dame en op die pas stond de naam: Louise Fuldauer. “Hé”, zei de douanebeambte, “ik ken wel Lia Fuldauer, dat was de bekende coloratuur-sopraan bij de Nederlandse Opera van Koopman, vroeger”.
“Dat ben ik!” zei daarop die dame.
Lia Fuldauer zèlf vertelt ons dit verhaal, haar terugkeer naar ons land, na tien jaar. Eind 1938 vertrok zij naar Brazilië om er concerten te geven. “Toen brak plotseling de oorlog uit en sindsdien heb ik er gewoond, in San Paulo. Maar Amsterdam ben ik niet vergeten; daar zorgt Dagboekenier voor en Kronkel sla ik nooit over.” Levendig en snel weet zij te vertellen, deze zangeres, en het ene nieuws volgt op het andere.
“Er zijn drie orkesten bij ons: in San Paulo, in Rio de Janeiro en het radio-orkest van San Paulo, dat wordt geleid door de voortreffelijke pianist en dirigent Joao Souza Lima. Voor de radio heb ik gedurende een half jaar recitals gegeven, waarin ik de ontwikkeling van het Duitse lied behandelde. Ook Nederlandse liederen zong ik vaak.
“Een anecdote? Op een avond belt een heer aan. Bent u Donna Lia? – Ik wil zanglessen hebben,” zegt hij, “Kunt u zingen? – Nee – Hebt u een goede stem? – Weet ik niet – Waarom wil u eigenlijk zangles hebben? – Uit sport! – We maken ten slotte een afspraak. Hij moet nóg komen..”
“Prof. Gustabo A. Stern houdt overal in Brazilië lezingen over muziek, geïllustreerd met films en gramofoonplaten. Hij brengt zo wat begrip voor muziekcultuur in dit land, waar zoveel analphabeten zijn. Een zeer belangrijk werk,” is Lia Fuldauer’s oordeel.
Half November zingt zij voor de radio: liederen van hedendaagse Braziliaanse componisten, van Camargo Guarnieri, Francisco Mignone, Dinora de Carvalho en de folkloristisch componerende Hekel Tavares. “Overigens ben ik maar tijdelijk hier,” besluit zij ons gesprek.