Categorieën
Het Parool

Twee zangeressen en een pianist

Rélie Rimathé, die Dinsdagavond in de Amsterdamse Bachzaal een uitmuntend samengesteld programma zong, bleek – behalve over een fijne smaak – tevens over het vermogen te beschikken, zich in de sfeer en inhoud van een lied in te leven. Haar subtiele, gevoelige expressie is dan ook haar sterkste zijde. Vocaal staat zij jammer genoeg niet op dezelfde hoogte: haar niet steeds heldere mezzo-sopraan klinkt nogal eens geforceerd.

Desondanks wist de zangeres voortdurend te boeien door haar sterke persoonlijkheid, die duidelijk uit de uiterst intelligente en doorleefde voordracht sprak. Luctor Ponse begeleidde mooi van klank, maar wist lang niet altijd de juiste eenheid met de zangeres te bereiken.

Lucie Goldschmeding-Bolman, die ik in het paviljoen Vondelpark slechts in twee zwakke werken kon horen van E. W. Mulder en Sas Bunge, bezit een vaak fraai klinkende alt, die zij technisch goed beheerst. In tegenstelling met Rélie Rimathé wist de jeugdige zangeres lang niet altijd voldoende te boeien. Daarvoor was haar voordracht te schools, te weinig persoonlijk. Toch lijkt zij mij een talent te zijn, dat echter nog ervaring moet opdoen.

Sas Bunge, de pianist die haar begeleidde speelde ook enkele solo’s, waarmede hij toonde een vrij goede, maar weinig kleurige techniek te bezitten. Ook zijn spel kwam mij schools voor, het kon niet voldoende van het notenbeeld loskomen, zodat het weinig overtuigde.

LEX VAN DELDEN