Categorieën
Het Parool

Studenten speelden nieuwe muziek

VAN de zes werken, (waarvan vijf Nederlandse), die de Amsterdamse Vrouwelijke Studenten Muziekvereniging “Aedon” Vrijdagavond in het hoofdstedelijke Concertgebouw liet horen ter gelegenheid van haar derde lustrum en het negende van de Amsterdamse Vrouwelijke Studenten Vereniging, was Pijper’s uit 1921 daterende prachtig-subtiele “Twee ballades van Paul Fort” ongetwijfeld het hoogtepunt. Van de rest (alle premières voor Nederland) kon alleen Marius Flothuis’ “Cantata Silesiana” voor vrouwenkoor en klein orkest indruk maken door haar fijne, persoonlijke klank en een zeer originele tekstbehandeling.

Twee werken van de Engelsman John Ireland en Hugo Godron bevatten weinig persoonlijks en zijn te bloedarm en verouderd om te kunnen boeien.

Clara Wildschut componeerde voor deze gelegenheid een aan Chabrier herinnerende “Entrata capricciosa” en de student Frits Noske een lustrumcantate “Ardeat Vita”, die wel talent verried, maar in haar schoolse stijl mij toch niet bijzonder kon overtuigen.

Onder directie van Karel Mengelberg en Kees van Baaren en met de goede solistische medewerking van Annie van Calsem (piano), Nantie Fabius (sopraan) en M.P. van der Grinten (bariton) kregen de werken een geestdriftige uitvoering.

De avond, die (na een uur pauze) door mej. B. Knook, preases van “Aedon” was geopend, werd ook bijgewoond door burgemeester d’Ailly.

LEX VAN DELDEN