Twee pianisten
In het Amsterdamsche Concertgebouw hoorde men Dinsdagavond twee pianisten.
Alexander Uninsky – in de Groote Zaal – demonstreerde in een uitstekend en veelzijdig programma een prachtige afgewogen techniek met een uiterst ontwikkeld nuanceeringsvermogen. Nochtans miste men innerlijke geladenheid en persoonlijkheid, zoodat zijn spel onbevredigend bleef.
Adrian Aeschbacher – in de Kleine Zaal – bleek een volstrekte antipode van Uninsky. Voortdurend boeide zijn geladen, bijna bezeten spel (in een conventioneel Beethoven-programma) door zijn sterke persoonlijkheid. Ondanks de bezwaren, dat zijn techniek zeker niet mooi is: nuanceeringen worden in vlagen geproduceerd en een werkelijk pianissimo bestaat bij hem niet.
Beide zalen waren bijna vol….
LEX VAN DELDEN