MET de tot slot gespeelde virtuoze, maar weinig waardevolle Caprice van Ysaye wist de violist Theo Olof Woensdagavond in de volle Bachzaal de Amsterdamsche studenten tot enthousiasme te brengen en tevens aan te toonen, dat hij over groote technische capaciteiten beschikt, die een gloedvolle vertolking opleverden.
In stukken van meer muzikale beteekenis bleven zowel Olof als zijn overigens uitstekende begeleider Luctor Ponse, té ver van den geest der werken verwijderd, zoodat vooral Bach’s sonate meer notenbeeld dan vertolking werd, en de soms scherpe, onzuivere toonvorming “in het oor” liep.
LEX VAN DELDEN