In de slecht bezette Bachzaal hoorden wij een programma Maandagavond, samengesteld uit een viertal Beethoven-sonates, waarop natuurlijk voor de zoveelste maal de Mondscheinsonate en de Appassionata prijkten. Kan men ons niet eens andere, minder vaak gespeelde werken voorzetten?
Oscar Delvigne kon ons overigens niet bijzonder overtuigen van het feit, dat hij pianist is. Met veel moeite zochten wij naar lichtpunten, doch tevergeefs! Naast een uitermate leelijke en gebrekkige techniek toonde hij ons duidelijk zijn onmacht om zich in de uit te voeren werken ook maar enigermate in te leven en te verdiepen. Wij hoorden één groote onduidelijke massa van grove, harde en dorre klanken, die vrijwel schakeringsloos geproduceerd werden. Tusschen een sterk forte en een te luid pianissimo scheen geen gebied van andere klankmogelijkheden te bestaan. Zijn gemis aan techniek veroorzaakte de meest onverantwoorde tempovertragingen. Neen, dit was nóch pianospel, nóch Beethoven, helaas.
LEX VAN DELDEN