Uit alles wat de pianist Iskar Aribo doet, blijkt duidelijk zijn natuurlijke muzikaliteit. Dat demonstreerde hij gisteravond in de kleine Concertgebouwzaal van Amsterdam in enkele Debussy’s, waarmee hij zijn recital begon. Vooral in de “Reflets dans l’eau” trof zijn gevoel voor vloeiende, rijkgeschakeerde klanknuances, die met name in lyrisch-mijmerende stukken tot vaak mooie resultaten leidden.
Jammer is dat een onvoldoende techniek Aribo belet al zijn goede en artistieke bedoelingen te verwezenlijken. Zodra een heldere vingertechniek met souplesse en kernachtigheid vereist zijn, schiet hij te kort. En het leek mij dan ook onjuist dat hij Brahms’ lastige Händel-variaties op zijn programma had geplaatst. Daarin moest wel het een en ander mislukken.
LEX VAN DELDEN