Categorieën
Het Parool

Altist Jascha Veissi: goed instrumentalist

Na de onafzienbare reeks recitals gevende pianisten, zangers en violisten een altist te horen is een bijzonderheid. Enkele maanden geleden kon Amsterdam de zelden gespeelde altviool eindelijk eens horen en gisteravond kwam de Amerikaan Jascha Veissi met hetzelfde instrument in de kleine Concertgebouwzaal. Reeds in de eerste maten van Eccles’ sonate, waarmee hij en zijn goede begeleider Anton Dresden dit recital begonnen, werd duidelijk, dat Veissi een bijzonder mooie alt bezit en er voortreffelijk op weet te spelen.

Stokvoering, linkerhandtechniek, toonvorming, dat alles was subliem. Iets wat men niet kan zeggen van het programma. Want Schumann’s Märchenbilder, Hindemith’s sonate opus 11 no. 4 en Milhaud’s Quatre Visages hebben, bij vele verschillen, de gemeenschappelijke eigenschap weinig boeiend en vaak zelfs kortweg vervelend te zijn.

Het altconcert van de 53-jarige Amerikaan Quincy Porter, dat in de oorspronkelijke vorm, met orkestbegeleiding, aanmerkelijk aan klankreliëf zal winnen, bleek een uitmuntend geschreven, virtuoos stuk muziek, dat naast enkele interessante fragmenten, veel Europese nuchterheid à la Hindemith bevat.

Hoe weinig kansen om te ontroeren dit programma ook bood, toch kreeg ik de indruk, dat ook Veissi’s kunstenaarspersoonlijkheid niet sterk genoeg is om een avond lang te kunnen boeien. Hij lijkt mij eerder op zijn plaats in een orkest, maar dan als aanvoerder der alten. Zijn instrumentale capaciteiten rechtvaardigen zulk een functie.

LEX VAN DELDEN