Categorieën
Het Parool

London Czech Trio speelde zwak programma

Het concert, dat het London Czech Trio gisteravond in de kleine Concertgebouwzaal van Amsterdam gaf, onderscheidde zich in enkele opzichten van wat men gewoonlijk te horen krijgt. Het meeste viel de wijze van musiceren op van dit pianotrio. Zo onbekommerd en natuurlijk was dit spel, dat het leek alsof hier niet-beroepsmusici zaten, die na langdurige studie routine hadden opgedaan, maar goede dilettanten. En daarbij dient men het woord “dilettanten” letterlijk op te vatten: mensen dus, die er plezier in hebben te musiceren.

Ook de gebreken, aan deze manier van spelen verbonden, kwamen aan het licht: technische tekorten toonden vooral de violiste en in mindere mate de cellist. Bovendien was het ensemblespel niet voldoende uitgewerkt, het was nogal oppervlakkig en zo ontbrak er wel het een en ander aan de klankverhouding.

En ten slotte: het programma was van kwaliteit beneden de maat. Want het eerste trio van Dvorák is stellig een zwak werk en het omvangrijke trio opus 67 van Sjostakowitsj een langdradige banaliteit. Bloch’s “Drie nocturnes” kan men hoogstens “wel aardig” vinden; slechts Beethoven’s trio opus 1 in Es heeft niveau. Maar alleen dit jeugdwerk, zelfs als het beter wordt gespeeld dan nu het geval was, kan een concert zeker niet redden.

LEX VAN DELDEN