STEL u voor, een langwerpige tafel, bedekt met een groen kleed, op het podium van Amsterdams kleine Concertgebouwzaal. Dat was gisteravond het geval. Er achter namen vier dames en vier heren, te zamen vormend de “BBC-Singers”, op stoelen plaats; en er vóór, eveneens op een doodgewone stoel, met de rug naar het talrijke publiek, dirigent Leslie Woodgate.
Een niet alledaags schouwspel, een koor op deze gemoedelijke, huislijke wijze, wars van elk uiterlijk vertoon, te zien zingen. Overigens was er meer, dat men niet elke dag meemaakt. Want wanneer hebt gij, ernstige concertbezoeker, in deze muziektempel zèlf meegezongen? Een eenvoudig Engels kerstlied wel is waar was het, maar wij hebben meegedaan, vijf keer het refrein en het hele slotcouplet van “The first Nowell”. En Leslie Woodgate dirigeerde óns! Dat gebeurt toch waarlijk niet vaak.
Over het wonderlijk volmaakte zingen van dit ensemble kan ik kort zijn: een welhaast instrumentale zuiverheid, een ongehoord rijk-genuanceerde zangtechniek (welk een pianissimo!), en een bijzonder hoogstaande zangcultuur, ziedaar eigenschappen, die in een uitgebreid programma van Engelse madrigalen, kerkmuziek, volks- en Kerstliederen koorzang van de allerhoogste orde te genieten gaven. Vooral de oude kerkmuziek werd zo tot een belevenis, van een zeldzame ontroering.
Het was jammer, dat het gedeelte na de pauze van programmasamenstelling een aanmerkelijk lager niveau had dan dat er vóór: want die aardige Engelse volks- en Kerstliedjes zijn eigenlijk toch wel wat goedkoop. Het concert, dat onder auspiciën stond van het Genootschap “Nederland-Engeland”, was geopend met de beide volksliederen.
LEX VAN DELDEN