DAME MYRA HESS – de titel Dame kreeg zij wegens haar grote verdiensten voor het Engelse muziekleven tijdens de oorlog – is een meesterlijk pianiste. Dat wisten we en zij, die het nog niet wisten, hebben het gisteravond in de bijna geheel gevulde grote Concertgebouwzaal van Amsterdam kunnen ervaren.
Maar met de benaming “meesterlijk pianiste” is veel te weinig gezegd; want men werd hier, vooral in Bach’s Partita in D, waarmee zij haar ontzaglijk zwaar programma opende, geconfronteerd met dat wonder, dat in staat is instrument en uitvoerend kunstenares te doen vergeten en alleen-maar-muziek te laten opbloeien: geen “objectieve” Bach, maar een springlevende, bruisende; en het was alsof we een nieuwe Bach hoorden, één, van wie we slechts in onze gedachten een beeld hadden gevormd.
Na een sonate van Beethoven, Chopin’s Fantasie in f en Brahms’ Händelvariaties voltrok dat wonder zich nogmaals in de toegiften (Bach en Scarlatti) en we zijn er Myra Hess dankbaar voor.
De negerzangeres Virginia Paris gaf tegelijkertijd, uitstekend begeleid door Jean Antonietti, in de Kleine Zaal een liederenavond. Zij bezit een mooie, warm-getimbreerde altstem, die echter niet voldoende ontwikkeld is; haar zuivere, maar beperkte expressie lijkt het meest geschikt voor het oratorium. Ongetwijfeld talentvol, is zij toch geen kunstenares van formaat; dat bleek ook uit haar nogal smakeloos samengestelde programma.
LEX VAN DELDEN