Winnaars eerste prijs voor viool traden op met Residentie-orkest
GEKLEED in een lange grijze broek en een heel kort zwart jasje, een wit strikje op het witte overhemd, betrad de kleine, 14-jarige violist Christian Ferras, eerste-prijswinaar op het internationaal muziekconcours, Donderdagavond het podium van de geheel gevulde Kurzaal in Scheveningen. Wat bleek en nerveus onder de druk van dit optreden op het eerste van de drie galaconcerten, die het concours besluiten, speelde de jonge Fransman het eerste deel van Tsjaikowski’s vioolconcert, vurig, meeslepend en vooral voortvarend in zijn jeugdig élan. En met een overrompelend meesterschap over de techniek van zijn instrument.
Dat het geestdriftige publiek, – waaronder zich talrijke autoriteiten bevonden, o.a. de ministers Gielen en Van Boetzelaer, – hem tot drie keer toe terugriep, was begrijpelijk. Men kreeg zijn zin: een virtuoos gespeelde caprice van Paganini.
Daarna: Michal Szwalbe, de andere eerste-prijswinaar, Pool van geboorte, twee keer zo oud als zijn collega, als solist in Mendelssohn’s vioolconcert; technisch even volmaakt, misschien wat minder virtuoos, minder sensationeel, maar ernstiger, bezonkener. Ook hij werd als bij een echte wedstrijd, met luid bravogeschreeuw ettelijke keren teruggeroepen en ook ditmaal kreeg het opgewonden publiek een ongehoord knap uitgevoerde caprice van Paganini als toegift.
Frits Schuurman, die het Residentie-orkest dirigeerde, had de avond geopend met het Wilhelmus, het Poolse en Franse volkslied, waarna de eerste uitvoering ging van Robert de Roos’ “Variations sérieuses sur un thème ingénu”, een goed klinkend, maar weinig persoonlijk werk met Franse invloeden. De uitvoering werd door de componist bijgewoond.
LEX VAN DELDEN